SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 386/96 van María IZQUIERDO ROJO aan dee Raad. Weigering van de Belgische politie om het laissez- passer van de Europese Unie en de legitimatiebewijzen van het Europees Parlement te aanvaarden
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 386/96 van María IZQUIERDO ROJO aan dee Raad. Weigering van de Belgische politie om het laissez- passer van de Europese Unie en de legitimatiebewijzen van het Europees Parlement te aanvaarden
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0386/96 van María Izquierdo Rojo (PSE) aan de Raad (14 februari 1996)
Betreft: Weigering van de Belgische politie om het laissez-passer van de Europese Unie en de legitimatiebewijzen van het Europees Parlement te aanvaarden
Is het de Raad bekend dat de Belgische politie weigert het laissez-passer van de Europese Unie en de legitimatiebewijzen van het Europees Parlement, waaruit blijkt dat wij parlementsleden zijn, te aanvaarden?
Weet hij dat de Belgische politie geen acht slaat op het verzoek van de Voorzitter van het Europees Parlement om de bewegingsvrijheid van de houder van het laissez-passer niet te belemmeren en hem zo nodig te helpen en te beschermen?
Waarom accepteert deze politie enkel door de Belgische autoriteiten afgegeven legitimatiebewijzen en niet die die door de Europese overheden zijn afgegeven? Hoe kan worden verklaard dat een door twee van zijn collega's vergezelde Belgische politiebeambte een lid van het Europees Parlement dat zich met laissez-passer nr. A6931 en de legitimatiebewijzen van het Europees Parlement legitimeert op ongehoorde wijze tegenhoudt, weigert doorgang te verlenen en ongeveer twintig minuten ophoudt, omdat hij deze stukken niet als geldige reisdocumenten beschouwt?
Hoe kan worden verklaard dat deze Belgische politiebeambte zelf gedurende meer dan tien minuten heeft geweigerd zich te legitimeren?
Vindt de Raad niet dat de Belgische autoriteiten enige uitleg verschuldigd zijn in verband met dit incident, dat zich op zaterdag 3 februari jl. om 13.30 uur aan de passagiersuitgang van de Brusselse luchthaven heeft voorgedaan?
Antwoord (20 mei 1996)
De door het Geachte Parlementslid aan de orde gestelde kwestie behoort tot de bevoegdheid van de Belgische overheden, die ervan in kennis zijn gesteld.