SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 562/96 van Iñigo MÉNDEZ DE VIGO aan de Commissie. Financiering van het plan voor de wederopbouw van Bosnië
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 562/96 van Iñigo MÉNDEZ DE VIGO aan de Commissie. Financiering van het plan voor de wederopbouw van Bosnië
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0562/96 van Iñigo Méndez de Vigo (PPE) aan de Commissie (11 maart 1996)
Betreft: Financiering van het plan voor de wederopbouw van Bosnië
De inwerkingtreding van de eerste fase van het internationale plan voor de wederopbouw van Bosnië dreigt ingevolge financieringsproblemen in het gedrang te komen. Voor de financiering van dit programma werd een bedrag van 550 miljoen dollar vastgesteld. Daarvan zijn slechts 62,5 miljoen daadwerkelijk vrijgemaakt, met name door de Commissie. Geen enkel van de overige donorlanden - de VS, Japan en een aantal Arabische landen - heeft reeds een bijdrage gestort.
Hoe zal de Commissie zich opstellen tijdens de volgende, voor april geplande internationale conferentie van donorlanden?
Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie (3 mei 1996)
1. Eerste donorconferentie en follow-up
De internationale gemeenschap heeft op de raming van de behoeften op 400 miljoen ecu in het eerste kwartaal van 1996 gereageerd op een eerste te Brussel in december gehouden donorconferentie door - afgezien van de reeds voor aan de gang zijnde programma's vastgelegde 96 miljoen ecu - toezeggingen te doen ten belope van 427 miljoen ecu. Van dat totaal van 523 miljoen ecu heeft naar raming 10% betrekking op humanitaire hulp. Er is derhalve 462 miljoen ecu beschikbaar voor herstel en wederopbouw.
Van laatstgenoemd bedrag is intussen 269 miljoen ecu definitief vastgelegd voor volledig uitgewerkte programma's, terwijl de besteding van 195 miljoen ecu nog in het indicatieve stadium verkeert, hetgeen betekent dat over de vastlegging daarvan nog wordt onderhandeld en de middelen nog niet voor uitkering beschikbaar zijn.
Van het bedrag van 269 miljoen ecu waarvoor betalingsverplichtingen zijn aangegaan, heeft 88 miljoen ecu betrekking op communautaire programma's, en van die 88 miljoen ecu komt 25 miljoen ecu uit de middelen van verschillende begrotingsonderdelen (ECHO en andere begrotingslijnen) en 62,5 miljoen ecu uit de middelen voor PHARE (als eerste tranche van een programma van essentiële hulpmaatregelen ten belope van 125 miljoen ecu).
Voor ongeveer de helft van die eerste tranche van 62,5 miljoen ecu zijn reeds aanbestedingen gehouden en worden de goederen in de loop van april geleverd. Voor de andere helft zijn aanbestedingen uitgeschreven of worden die opgesteld. De meeste goederen zullen vóór het einde van het eerste halfjaar zijn geleverd.
Andere donors, en vooral een aantal Lid-Staten via hun bilaterale programma's, zijn eveneens bezig geweest met het opzetten van spoedacties. De juiste omvang van de daarmee gemoeide bedragen is onbekend.
De Verenigde Staten en Japan zijn eveneens, respectievelijk voor 48 en 40 miljoen ecu, bezig met het snel uitkeren van bedragen voor hulpmaatregelen. De islamitische landen hebben tot dusver geen gegevens medegedeeld.
2. Tweede donorconferentie
De Commissie heeft zich tezamen met het Voorzitterschap en in samenwerking met de Hoge Vertegenwoordiger en de Wereldbank bezig gehouden met het contacteren van donors in verband met de toezeggingen voor de tweede donorconferentie die op 12 en 13 april heeft plaatsgehad.
De tweede donorconferentie was wat de toezeggingen betreft opnieuw een succes. Het streefcijfer van 930 miljoen ecu werd bereikt. Er waren namelijk toezeggingen voor een totaal van 990 miljoen ecu.
De Gemeenschap en haar Lid-Staten namen 330 miljoen ecu of een derde van de toezeggingen voor hun rekening. Verder waren er toezeggingen van de Verenigde Staten voor 170 miljoen ecu, van Japan voor 101 miljoen ecu, voor de eerste keer van de islamitische landen voor 130 miljoen ecu, van andere bilaterale donors voor 33 miljoen ecu, van de Wereldbank voor 140 miljoen ecu en van andere financiële instellingen en organisaties voor 84 miljoen ecu.
De tenuitvoerlegging zal op doeltreffende wijze moeten worden gecoördineerd, ten einde de praktische levensomstandigheden zo spoedig mogelijk te verbeteren. Daarbij zal voorrang worden verleend aan:
- belangrijke infrastructuur om de toegang te verzekeren tot essentiële diensten, en huisvesting om de terugkeer van ontheemden en vluchtelingen te vergemakkelijken;
- het op gang brengen van het produktieapparaat ter verbetering van de werkgelegenheid, vooral voor de gedemobiliseerde soldaten, en
- de ontmijning als voorwaarde voor de concrete tenuitvoerlegging van projecten.
De deelnemers kwamen overeen opnieuw bijeen te komen na de verkiezingen in het najaar van 1996 ten einde de vooruitgang op het gebied van de bijstand te beoordelen. Zij hebben beloofd verder steun te verlenen voor de periode 1997-1999. Er wordt gedacht aan de mogelijkheid om dan ook de behoeften van de andere door oorlogsgeweld getroffen gebieden van het voormalige Joegoslavië te evalueren.
3. Overzicht van de toezeggingen voor het gehele jaar 1996
(in miljoenen ecu)
>TABLE>