Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 858/96 van Alfred LOMAS aan de Commissie. Atoomreactoren

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 858/96 van Alfred LOMAS aan de Commissie. Atoomreactoren

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0858/96 van Alfred Lomas (PSE) aan de Commissie (12 april 1996)

Betreft: Atoomreactoren

Kan de Commissie mededelen hoeveel atoomreactoren die verrijkt uranium gebruiken momenteel in de lid-staten van de EU in bedrijf zijn en voor iedere reactor nader aangeven waar deze zich bevindt, wat de hoeveelheid verrijkt uranium is, het eerste jaar van inbedrijfstelling, het verwacht aantal jaren van werkzaamheid en de exploiterende instantie (b.v. bedrijf, universiteit)?

Kan de Commissie eveneens mededelen wat de totale hoeveelheid verrijkt uranium in het programma bedraagt, of al dan niet verrijkt uranium bij deze reactoren in het verleden verloren is gegaan en of alle reactoren hebben gewerkt volgens veiligheidsmaatregelen voor hun gehele levensduur?

Antwoord van de heer Papoutsis namens de Commissie (3 juli 1996)

In de Gemeenschap zijn 50 onderzoekreactoren en kritische opstellingen onderworpen aan de veiligheidscontrole die in Hoofdstuk 7 van het Euratom-Verdrag is omschreven.

Van deze installaties waren er aanvankelijk 23 bedoeld om uraan te gebruiken dat met meer dan 20 % is verrijkt (hoog verrijkt uraan-HEU). Hierbij moet echter worden opgemerkt dat een groot aantal van deze installaties in de loop van het door de Verenigde Staten gefinancierde RERTR-programma (reduced enrichment for research and test reactors), waarvan de doelstellingen worden onderschreven door de exploitanten van onderzoekreactoren in de Gemeenschap, reeds zijn omgeschakeld of aan het omschakelen zijn op laag verrijkt uraan.

De hoeveelheid bestraalde splijtstoffen die in de reactorkern van elk van deze installaties aanwezig is, is afhankelijk van de grootte en het doel van de installatie. Het gaat echter doorgaans om meerdere kilogrammen uraan.

Al deze installaties zijn aan de veiligheidscontrole krachtens het Euratom-Verdrag onderworpen sinds dit Verdrag in werking is getreden, en aan de reeds van toepassing zijnde veiligheidscontrole van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). De Commissie is ervan overtuigd dat, in de periode dat deze installaties onder de Euratom-veiligheidscontrole stonden (artikel 77(a) van het Euratom-Verdrag) het gebruikte HEU niet voor andere doeleinden is aangewend dan waarvoor het bestemd was, en dat er dan ook in die periode geen HEU bij deze reactoren verloren is gegaan.

De naam, exploitant en plaats van deze installaties zijn opgenomen in onderstaande tabel:

>TABLE>