Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 881/96 van Carles-Alfred GASOLIBA I BÖHM aan dee Raad. Uitwisseling van niet-universitaire docenten in het kader van het Socrates-programma

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 881/96 van Carles-Alfred GASOLIBA I BÖHM aan dee Raad. Uitwisseling van niet-universitaire docenten in het kader van het Socrates-programma

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0881/96 van Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (ELDR) aan de Raad (19 april 1996)

Betreft: Uitwisseling van niet-universitaire docenten in het kader van het Socrates-programma

Volgens actie nr. 1 van het Socrates-programma over verenigingen van onderwijscentra voor de ontwikkeling van Europese opvoedkundige projecten bestaan er beurzen om de uitwisseling van docenten voor een maximumperiode van vier weken te vergemakkelijken.

In het geval van Groot-Brittannië zijn er grote moeilijkheden, om niet te spreken van een onmogelijkheid, om dergelijke uitwisselingen te realiseren omdat er een blokkering bestaat van de verzoeken van andere communautaire landen ten aanzien van de verklaring van de betreffende overheden, met als motief dat er geen docenten beschikbaar zouden zijn voor dergelijke uitwisselingen.

Is de Raad niet van mening dat een onderzoek moet worden ingesteld naar de redenen van de blokkering van aanvragen van de andere landen van de Gemeenschap?

Welke maatregelen denkt de Raad te nemen om dit vraagstuk, dat niet strookt met de geest van het Socrates-programma, op te lossen?

Antwoord (7 augustus 1996)

1. In lid 1 van artikel 126 van het EG-Verdrag wordt bepaald dat de bijdrage tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte, met name door de samenwerking tussen de Lid-Staten aan te moedigen, geschiedt "met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de Lid-Staten voor de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel en van hun culturele en taalkundige verscheidenheid¨.

2. De tekst van artikel 126 van het EG-Verdrag is letterlijk in lid 1 van artikel 3 van het besluit betreffende het SOCRATES-programma overgenomen.

3. In artikel 4 van het besluit wordt de werkwijze vastgesteld van het Comité dat de Commissie in de tenuitvoerlegging van dit programma moet bijstaan. Het Comité, bestaande uit twee leden per Lid-Staat en voorgezeten door de Commissie, wordt bijgestaan door twee subcomités, één voor hoger onderwijs en één voor schoolonderwijs.

4. In artikel 5 van het besluit (uitvoering en selectieprocedure) wordt onder b) bepaald dat de aanvragen voor financiële bijdragen voor projecten in het kader van de actie waaraan het Geachte Parlementslid refereert (partnerships tussen scholen) worden voorgelegd aan de door de Lid-Staten aangewezen structuren. Voorts bepaalt de tekst "deze structuren gaan over tot de selectie en toekenning van communautaire financiële bijstand voor de gekozen projecten overeenkomstig de algemene richtsnoeren die overeenkomstig artikel 4 worden vastgesteld¨.

5. In artikel 8 van het SOCRATES-besluit wordt het volgende bepaald:

"1. De Commissie waarborgt, in partnerschap met de Lid-Staten, dat dit programma wordt gecontroleerd en periodiek geëvalueerd, met het oog op de eventuele aanpassing ervan aan de bij de uitvoering gebleken behoeften.

De resultaten van de communautaire maatregelen worden onderworpen aan periodieke externe evaluaties op basis van de in artikel 3 genoemde doelstellingen en de conclusies hiervan worden meegedeeld aan het Comité, alsmede aan het Europees Parlement en aan de Raad.

2. De Commissie dient bij het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's uiterlijk 30 september 1998 een tussentijds verslag in over de aanloopfase en uiterlijk 30 september 2000 een eindverslag over de uitvoering van dit programma.¨

6. De Raad is in het licht van deze bepalingen van oordeel dat de door het Geachte Parlementslid aan de orde gestelde kwesties moeten worden geregeld binnen de structuren (Comité en subcomité voor het schoolonderwijs) en via de procedures (controle en evaluatie uit hoofde van artikel 8) waarin het besluit tot instelling van het programma SOCRATES voorziet.