Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 922/96 van José TORRES COUTO aan de Commissie. Europees Sociaal Fonds - Beleggingen en lasten

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 922/96 van José TORRES COUTO aan de Commissie. Europees Sociaal Fonds - Beleggingen en lasten

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0922/96 van José Torres Couto (PSE) aan de Commissie (23 april 1996)

Betreft: Europees Sociaal Fonds - Beleggingen en lasten

De Commissie beschouwt de opbrengsten van investeringen die projectontwikkelaars hebben verricht of zullen verrichten met ontvangen steunbedragen als opbrengsten van het Europees Sociaal Fonds.

Hoe denkt de Commissie over de financiële lasten die projectontwikkelaars moeten dragen als gevolg van het feit dat zij bankleningen moeten sluiten vanwege de aanzienlijke vertragingen bij de overmaking van de diverse tranches en saldi uit Brussel? Kan de Commissie haar antwoord toelichten?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (15 mei 1995)

Volgens de geldende wetgeving (artikel 21, leden 1, 2 en 3 van verordening (EEG) nr. 2082/93 ((PB nr. L 193 van 31.7.1993. )) "wordt de financiële bijstand overeenkomstig de aangegane betalingsverplichtingen aan de hiertoe door de betrokken Lid-Staat in zijn aanvraag aangewezen nationale, regionale of lokale autoriteit of instantie in de regel uitbetaald binnen twee maanden na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag¨. De Commissie houdt deze termijnen nauwgezet aan. Hetzelfde artikel bevat een stelsel van voorschotten van de Commissie aan de beheerders tot een maximum van 80%.

De betalingen door de beheerders aan de eindbegunstigden moeten geschieden met inachtneming van lid 5 van artikel 21 van verordening (EEG) nr. 2082/93, dat bepaalt dat "de Lid-Staten de autoriteiten aanwijzen die gemachtigd zijn de in de leden 3 en 4 bedoelde verklaringen af te geven en er op toezien dat de begunstigden de bedragen van de voorschotten en van de betalingen zo spoedig mogelijk ontvangen en in de regel niet later dan drie maanden na de ontvangst van de kredieten door de Lid-Staat, mits de aanvragen van de begunstigden voldoen aan de nodige voorwaarden om tot betaling over te gaan¨.

De Commissie verifieert de nationale bepalingen betreffende de inachtneming van de termijn van drie maanden voor de overmaking van de middelen aan de eindbegunstigden ten einde financiële tekorten te voorkomen waardoor de goede uitvoering van de acties gevaar zou kunnen lopen.

Wat betreft de subsidiabiliteid van de door de promotoren gedragen financiële lasten vestigt de Commissie de aandacht van de geachte afgevaardigde op artikel 2 van verordening (EEG) nr. 2084/93 dat bepaalt dat dergelijke uitgaven niet voorzien zijn.

Krachtens de verordeningen (EEG) nr. 2081/93 en nr. 2082/93 participeert de Commissie in de kosten van beroepsopleidingsacties. Indien deze acties ontvangsten genereren, met name de opbrengsten uit beleggingen van door de promotoren ontvangen voorschotten, worden de kosten van de acties uiteraard minder. Ter vaststelling van de werkelijke kosten moeten deze bedragen derhalve als ontvangsten van de acties worden geboekt.