SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1071/96 van Richard HOWITT aan de Commissie. Visserijvraagstukken in Essex en Kent
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1071/96 van Richard HOWITT aan de Commissie. Visserijvraagstukken in Essex en Kent
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1071/96 van Richard Howitt (PSE) aan de Commissie (13 mei 1996)
Betreft: Visserijvraagstukken in Essex en Kent
Acht de Commissie het aanvaardbaar dat in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid premies worden toegekend voor de bouw van 21 tot 24 meter lange "Eurokotters¨, zodat deze gebruik kunnen maken van op fabrieksschepen gebruikelijke intensieve visverwerkingsmethoden, maar dat deze schepen tot 3 mijl voor de kust mogen vissen? Heeft de Commissie ook niet de indruk dat er momenteel schepen van minder dan 10 meter worden gebouwd met het specifieke doel zich aan de geldende beperkingen te onttrekken? Zo ja, welke maatregelen overweegt zij te nemen om deze apert marktverstorende praktijken en pogingen om de vigerende instandhoudingsmaatregelen te ontduiken, ongedaan te maken?
Gecombineerd Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-1071/96, E-1072/96 en E-1073/96 (6 juni 1996)
Er wordt communautaire steun verleend voor maatregelen in het kader van op grond van Verordening (EG) nr. 3699/93 van 21 december 1993 ((PB L 346 van 31.12.1993. )) vastgestelde communautaire visserijprogramma's. Individuele visserijprojecten, inclusief de bouw of modernisering van de door het geachte Parlementslid bedoelde vissersvaartuigen, worden door de Lid-Staat getoetst aan het voor hem geldende communautaire programma, met inachtneming van, in casu, de in het meerjarige oriëntatieprogramma (MOPG) voor de vissersvloot van het Verenigd Koninkrijk vastgestelde vermindering van de visserijcapaciteit.
De Commissie is niet van mening dat de bovenbedoelde maatregelen de bouw of modernisering bevorderen van vaartuigen met een bepaalde lengte, van een bepaald type of met een bepaald type vistuig. Het is derhalve onjuist te beweren dat de steun wordt gebruikt voor de financiering van nieuwe vaartuigen van minder dan 10 m met als doel de instandhoudingsmaatregelen te ontduiken en niet gebonden te zijn aan territoriale grenzen.
Een maatregel als het uit de vaart nemen van vaartuigen is erop gericht de vangstcapaciteit in overeenstemming te brengen met de desbetreffende in het MOPG vastgestelde doelstellingen. Op grond van de betrokken in het VK geldende regeling moet de vergunning voor het uit de vaart genomen vaartuig worden ingeleverd en geschrapt. De capaciteit van de vloot wordt derhalve verminderd, ongeacht of de eigenaar van het vaartuig al dan niet een andere bestaande vergunning overneemt. De maatregel dient het doel waarvoor hij is ingesteld, aangezien de omvang van de vissersvloot van het Verenigd Koninkrijk erdoor wordt verkleind.
Op voorwaarde dat de nationale wetgeving niet in strijd is met de fundamentele beginselen van het EG-Verdrag, met name het verbod op discriminatie, en dat vrijstelling van belasting geen vorm van onwettige staatssteun is, laat de Gemeenschapswetgeving de autonomie van een Lid-Staat op het gebied van belastingen ongemoeid. De Lid-Staten mogen hun eigen sociale en fiscale wetgeving op het gebied van inkomen toepassen, voor zover deze wetgeving in overeenstemming is met het Verdrag en geen belemmering vormt voor het bereiken van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.