Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1411/96 van Georges BERTHU aan dee Raad. Vrijhandelszones

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1411/96 van Georges BERTHU aan dee Raad. Vrijhandelszones

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1411/96 van Georges Berthu (EDN) aan de Raad (28 mei 1996)

Betreft: Vrijhandelszones

Tijdens de werkvergadering van de ministers van Landbouw van de Europese Unie op 7 mei 1996 in Otrante (Italië) heeft de fungerend voorzitter van de Raad een document voorgelegd waarin wordt gewaarschuwd voor de gevaren van de sterke toename van het aantal vrijhandelszones. Volgens persberichten staat in dit document dat "deze politiek geen enkele rekening houdt met de sectoriële gevolgen van dergelijke akkoorden en er zonder meer van uitgaat dat vele produktiesectoreen de schok van de opening van de markten wel zullen overleven¨.

1.Is de Raad voornemens dit document openbaar te maken en het te doen toekomen aan alle Parlementsleden, en in het bijzonder aan de leden van de Landbouwcommissie en de Commissie externe economische betrekkingen?

2. Acht de Raad het niet wenselijk een onpartijdige en pluralistische opgezette studie te doen verrichten (waarvan noch de uitvoering, noch de toewijzing, noch de ondertekening van de contracten wordt toevertrouwd aan de Commissie) over de totale effecten van het vrijhandelsbeleid van de Gemeenschap?

3. Hoe denkt de Raad te bereiken dat de Commissie zich weer strikt gaat houden aan haar rol van toepassing van de door de Raad vastgestelde richtsnoeren? Kan de Raad niet de gelegenheid van de IGC te baat nemen om de onduidelijkheid van de artikelen 113 en 228 betreffende de mate van autonomie van de Commissie op dit gebied weg te nemen (en de internationale handelsbesprekingen doorzichtiger te maken), door de Commissie iedere prealabele ondertekeningsbevoegdheid die de Gemeenschap de.. of de facto kan verbinden te ontzeggen?

Antwoord (14 oktober 1996)

De Ministers van Landbouw van de Lid-Staten van de Europese Unie en het voor landbouw bevoegde Commissielid komen traditiegetrouw één keer per halfjaar in het land dat het Voorzitterschap bekleedt en op uitnodiging van het Voorzitterschap bijeen, om informeel van gedachten te wisselen over onderwerpen van algemeen belang die later een concrete vorm kunnen krijgen in formele besluiten welke dan volgens de institutionele procedures van het Verdrag worden vastgesteld.

Zulk een bijeenkomst was de informele vergadering van 7 mei te Otrante, waar het Voorzitterschap het thema "vrijhandelsgebieden en de gevolgen voor de communautaire landbouw¨ op de agenda had geplaatst en daartoe een inleidend document had voorgelegd.

Wat meer bepaald de drie vragen van de geachte Afgevaardigde betreft, zij op het volgende gewezen:

ad 1: Het werkdocument van het Voorzitterschap heeft, gelet op het informele karakter van de vergadering, geen officiële status en is alleen bestemd voor de deelnemers aan de vergadering.

ad 2: De Commissie moet, alvorens voorstellen in te dienen, het nodige voorbereidende werk verrichten (studies, studiebijeenkomsten, raadpleging van deskundigen, enz.) zodat zij beschikt over de voor de opstelling van haar voorstellen vereiste informatie en gegevens.

ad 3: De kwesties betreffende de institutionele aanpassingen van het in de huidige Verdragen vervatte systeem, staan op het programma van het Intergouvernementele Conferentie, die thans bijeen is en waaraan de Raad niet deelneemt.