Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1619/96 van Richard HOWITT aan de Commissie. Evaluatierapporten over ontwikkelingshulp

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1619/96 van Richard HOWITT aan de Commissie. Evaluatierapporten over ontwikkelingshulp

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1619/96 van Richard Howitt (PSE) aan de Commissie (24 juni 1996)

Betreft: Evaluatierapporten over ontwikkelingshulp

Heeft de Commissie gereageerd op de suggestie een bibliotheek op te richten met al het evaluatiemateriaal over de ontwikkelingshulp van de EU en die van de lid-staten?

Zo niet, kan de Commissie iets zeggen over de handigste manier om dit voorstel uit te voeren en over de meest geschikte begrotingspost en de geraamde kosten, wanneer het Europees Parlement dit voor 1997 voorstelt?

Antwoord van de heer Pinheiro namens de Commissie (12 juli 1996)

De Commissie houdt reeds een verzameling bij van alle evaluatierapporten die in haar opdracht door onafhankelijke externe adviseurs zijn opgesteld. Alle definitieve evaluatierapporten worden op verzoek aan het publiek ter beschikking gesteld.

Niet alle Lid-Staten maken hun evaluatierapporten openbaar. In sommige gevallen worden uitsluitend samenvattingen gepubliceerd en in andere gevallen zijn er geen vaste regels of is de gang van zaken niet eenduidig vastgesteld. Niet alle Lid-Staten zullen bereid zijn om hun beleid ter zake te wijzigen en het beheer over een nieuwe werkwijze in handen te geven van de Commissie.

Een nuttig, maar onvolledig alternatief is de databank van samenvattingen van evaluatierapporten die beheerd wordt door de Commissie Ontwikkelingshulp (DAC) van de OESO. Aan deze databank wordt bijgedragen door alle leden van de DAC, ook de Commissie. De databank, aan een meer gebruikersvriendelijke versie waarvan thans wordt gewerkt, wordt beheerd door het Canadian International Development Agency (CIDA). De DAC-evaluatiegroep zal later dit jaar een gedetailleerde evaluatie uitvoeren om de kwaliteit en het gebruiksgemak te verbeteren en de toegankelijkheid te verruimen.

Gezien de snelle ontwikkeling van de informatietechnologie kan worden aangenomen dat de komende twee, drie jaar de publikatie van samenvattingen en evaluatierapporten nog aanzienlijk zal worden verbeterd.

Gezien de verkrijgbaarheid van de evaluatierapporten van de Commissie, de beschikbaarheid van de databank van de DAC en de snelle ontwikkeling van de informatietechnologie lijkt het niet wenselijk om voor het door het geachte Parlementslid voorgestelde doel extra financiële middelen en personeel toe te wijzen, aangezien deze reeds nodig zijn om kwalitatief hoogstaande evaluatiewerkzaamheden te verrichten en ervoor te zorgen dat aan de bevindingen daarvan gevolg wordt gegeven.