Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1994/96 van Odile LEPERRE-VERRIER aan dee Raad. Statuut van het verplegend psychiatrisch personeel

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1994/96 van Odile LEPERRE-VERRIER aan dee Raad. Statuut van het verplegend psychiatrisch personeel

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1994/96 van Odile Leperre-Verrier (ARE) aan de Raad (18 juli 1996)

Betreft: Statuut van het verplegend psychiatrisch personeel

Kan de Raad mededelen op welke wijze hij denkt het verplegend psychiatrisch personeel in Frankrijk een beroepsstatuut te geven?

Welke mogelijkheden bieden daartoe met name de richtlijnen 89/48/EEG ((PB L 19 van 24.1.1989, blz. 16. )) en 92/51/EEG ((PB L 209 van 24.7.1992, blz. 25 ))?

Antwoord (7 november 1996)

De erkenning op communautair niveau van de diploma's ziekenverpleger die niet vallen binnen de werkingssfeer van de Richtlijnen 77/452/EEG ((Richtlijn 77/452/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht op vestiging en vrij verrichten van diensten. )) en 77/453/EEG ((Richtlijn 77/453/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger. )) geschiedt hetzij in het kader van het eerste algemeen stelsel van erkenning van diplona's ((Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PB L 19 van 24.01.1989, blz. 16). )), namelijk wanneer het gaat om een hoger-onderwijsopleiding van ten minste drie jaar, hetzij, in andere gevallen, in het kader van het tweede algemeen stelsel ((Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (PB L 209 van 24.07.1992, blz. 25). )).

De erkenning geschiedt op basis van een vergelijking van het diploma waarvan de betrokkene houder is met het diploma dat vereist is in de ontvangende Lid-Staat, waarbij aanpassingsmechanismen worden toegepast indien er ,,wezenlijke verschillen'' bestaan tussen de opleiding van de betrokkene en de opleiding in de Lid-Staat in kwestie. Richtlijn 92/51/EEG voorziet trouwens in een stelsel van ,,bruggen'' voor de gevallen waarin in dle ene Lid-Staat voor de uitoefening van een beroep een hoger-onderwijsdiploma vereist is, terwijl dat in de andere Lid-Staat niet het geval is.

Uit het bovenstaande moge blijken dat beide algemene stelsels niet beschouwd kunnen worden als een ,,Europees beroepsstatuut'' voor de beroepen die binnen de werkingssfeer van deze stelsels vallen, maar dat zij enkel erkenningsstelsels vormen waarin rekening gehouden wordt met eventuele inhoudelijke en niveauverschillen in de betrokken opleidingen. Bij de huidige stand van het communautair recht valt het beroepsstatuut van het verplegend psychiatrisch personeel derhalve volleldig onder de bevoegdheden van de bevoegde instanties van de afgzonderlijke Lid-Staten.