SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2053/96 van Jesús CABEZÓN ALONSO aan de Commissie. De werkgelegenheid op de Europese Raad van Florence

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2053/96 van Jesús Cabezón Alonso (PSE) aan de Commissie (19 juli 1996)

Betreft: De werkgelegenheid op de Europese Raad van Florence

De Europese Raad van Florence heeft geen enkele vordering geboekt ten aanzien van een gemeenschappelijk werkgelegenheidsbeleid. De regeringen van de lid-staten, de Europese instellingen en de sociale partners hebben echter verklaard dat werkgelegenheid voor hen de hoogste prioriteit heeft.

Hoe verklaart de Commissie het feit dat haar voorstellen op dit gebied niet zijn overgenomen? Wat mag men verwachten van de voorstellen die op de Raden van Essen en Madrid zijn gedaan inzake de opneming van een hoofdstuk gewijd aan werkgelegenheid in het kader van de herziening van het VEU tijdens de IGC van 1996?

Antwoord van de heer Oreja namens de Commissie (21 oktober 1996)

De Europese Raad van Florence bereikte overeenstemming over strategische richtsnoeren voor werkgelegenheid, groei en concurrentievermogen, waarin zowel de globale aanpak, alsook verscheidene van de specifieke voorstellen die de Commissie in haar mededeling van 5 juni 1996 betreffende een vertrouwenspact ((CSE(96) 1 def. )) heeft gedaan, tot uitdrukking komen.

De Europese Raad van Dublin van december 1996 biedt de gelegenheid om de op alle niveaus bereikte vooruitgang met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie te evalueren en op basis van een gezamenlijk verslag van de Raad en de Commissie aanbevelingen te doen voor verdere stappen.

Talrijke deelnemers aan de Intergouvernementele Conferentie, inclusief de Commissie, hebben voorgesteld dat in het Verdrag specifieke bepalingen voor een gemeenschappelijk werkgelegenheidsbeleid worden opgenomen. Dit voorstel wordt op de Conferentie bestudeerd.