SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2113/96 van de leden Carlos PIMENTA , Noël MAMERE , Gianfranco DELL'ALBA aan de Commissie. Bezoek van Sloveense journalisten aan nucleaire centrales in de EU
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2113/96 van de leden Carlos PIMENTA , Noël MAMERE , Gianfranco DELL'ALBA aan de Commissie. Bezoek van Sloveense journalisten aan nucleaire centrales in de EU
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2113/96 van Carlos Pimenta (ELDR), Noël Mamère (ARE) en Gianfranco Dell'Alba (ARE) aan de Commissie (26 juli 1996)
Betreft: Bezoek van Sloveense journalisten aan nucleaire centrales in de EU
Kan de Commissie uitleggen waarom zij heeft gezorgd voor de organisatie en de financiering van een bezoek van 15 Sloveense journalisten aan nucleaire centrales in België, Zweden en Duitsland, dat tot doel had te bewijzen dat er geen gevaren zijn verbonden aan de nucleaire industrie, en met name dat er geen enkel probleem is voor het bergen van nucleair afval, waarbij wordt uitgegaan van een Zweeds project om radio-actief afval in de bodem van de Baltische Zee te begraven?
Gecombineerd Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-2047/96, E-2074/96, E-2075/96, E-2076/96, E-2077/96, E-2078/96, E-2079/96 en E-2113/96 (25 september 1996)
De werking van het PHARE-programma van de Commissie is volledig op de indiening van verzoeken gebaseerd. Het is namelijk de bedoeling dat de projectvoorstellen hoofdzakelijk door de partnerlanden zelf worden ingediend. De samenwerking tussen de Commissie en de Sloveense staatssecretaris voor Energie kwam in 1993 op gang. In de loop van de laatste drie jaar werd meer dan 7,3 miljoen ecu uitgegeven voor bevordering van de energie-efficiëntie. Kernenergie maakt op dit ogenblik deel uit van de Sloveense strategie op energiegebied, ofschoon het land zich op lange termijn tot doel heeft gesteld volledig van kernenergie af te stappen. In het kader van het met het communautair beleid inzake nucleaire veiligheid in overeenstemming brengen van de moderniseringsplannen voor de kerncentrale van Krsko, verzocht het ministerie om de gedeeltelijke (45.000 ecu) besteding van het totale voor de energiesector bestemde bedrag aan een studiereis.
De Sloveense autoriteiten waren verantwoordelijk voor de lijst van deelnemers waartoe, afgezien van de 11 journalisten, vertegenwoordigers van de voor de nucleaire veiligheid verantwoordelijke overheidsdiensten, het centrum voor nucleair onderzoek, de Sloveense elektriciteitsmaatschappij en de milieubeweging behoorden. De journalisten werden in de lijst opgenomen omdat de Sloveense nucleaire sector te weinig omvangrijk is om in voldoende deelnemers te voorzien. Op grond van het feit dat het verzoek overeenkomstig de gewone procedures was ingediend en volledig beantwoordde aan de criteria en doelstellingen van het PHARE-programma, heeft de Commissie ermee ingestemd het bezoek te organiseren. Aangezien het bovendien ging om een met genoemd gering bedrag te financieren eerste project uit het voor nucleaire veiligheid beschikbare totaal van 7,3 miljoen ecu, werd het verzoek als aanvaardbaar beoordeeld.
De Commissie nam voor een vlot verloop van de bezoeken aan de drie centrales contact op met FORATOM (de voor nucleaire procedures verantwoordelijke Europese organisatie). De medewerking van FORATOM bleef beperkt tot het verschaffen van toegang tot de op de drie plaatsen in de Gemeenschap te bezoeken installaties.
De Sloveense milieubeweging was in januari 1996 begonnen met een campagne voor het verzamelen van handtekeningen met het oog op een referendum over de volledige stopzetting van het gebruik van kerncentrales. Tegen 27 mei 1996 moesten veertigduizend handtekeningen worden verzameld. Op het ogenblik van de studiereis (15-19 april 1996) had de campagne slechts 2.800 handtekeningen opgeleverd. De Commissie acht het onwaarschijnlijk dat de naar aanleiding van de studiereis in de Sloveense pers gepubliceerde zeven artikelen, waarvan in slechts drie ten opzichte van kernenergie een gunstig standpunt bleek te worden ingenomen, het verzamelen van de nog nodige handtekeningen heeft belet.
De Commissie is derhalve niet van oordeel dat zij het normale verloop van het democratisch process in een soevereine staat heeft beïnvloed en dat het bezoek enig effect heeft gehad met betrekking tot de referendumvraag. Doel van de studiereis was niet het bevorderen van de kernindustrie maar de uitwisseling van informatie over de beste nucleaire-veiligheidsprocedures. Op de agenda stonden dus ook geen ontmoetingen met voorstanders van een kritische benadering ten opzichte van de ontwikkelingen op nucleair gebied, want dat behoorde niet tot de beoogde doeleinden van de reis.
Het gaat hierbij om de enige door de Commissie georganiseerde studiereis betreffende nucleaire veiligheid. Sedert 1995 werden uit de middelen voor het PHARE-programma andere studiereizen in verband met schone steenkooltechnologieën en energiebesparing gefinancierd. Er zijn voor de komende jaren nog andere initiatieven betreffende vernieuwbare energie en energie-efficiëntie gepland. De Commissie is dus bereid tot het organiseren en financieren van bezoeken van journalisten uit de landen van Midden- en Oost-Europa, ten einde de pers op de hoogte te brengen van de met betrekking tot vernieuwbare energie en energie-efficiëntie bestaande kennis, indien die landen daarom verzoeken en zulks beantwoordt aan de door die landen vastgestelde prioriteiten.