Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2571/96 van de leden Antonio TAJANI , Riccardo GAROSCI aan de Commissie. Overeenkomst GSM, OMNITEL - Italiaanse staat

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2571/96 van de leden Antonio TAJANI , Riccardo GAROSCI aan de Commissie. Overeenkomst GSM, OMNITEL - Italiaanse staat

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2571/96 van Antonio Tajani (UPE) en Riccardo Garosci (UPE) aan de Commissie (11 oktober 1996)

Betreft: Overeenkomst GSM, OMNITEL - Italiaanse staat

De Europese commissaris voor mededinging, Karel Van Miert, heeft op 11 september 1996 in Rome een ontmoeting gehad met de Italiaanse minister van Posterijen Antonio Maccanico en bij die gelegenheid opgemerkt dat OMNITEL van de Italiaanse staat ongeveer 60 miljard lire zou kunnen ontvangen als compensatie voor het afsluiten van de inbreukprocedure die door de Commissie tegen Italië is geopend. Van Miert heeft ook bevestigd dat de procedure die in oktober 1995 tegen de Italiaanse regering is geopend, gesloten zal worden met de afgifte van voorlopige vergunningen en teruggave van het overeengekomen bedrag dat door OMNITEL betaald zal worden als compensatie. Van Miert lijkt echter niet onpartijdig als hij Italië dwingt met OMNITEL in zee te gaan, een bedrijf dat al veel overheidssteun heeft ontvangen.

Kan de Commissie verklaren hoe het mogelijk is dat een lid van de Commissie van de Europese Unie op zijn eentje Italië heeft berecht en veroordeeld, de te betalen prijs heeft vastgesteld en om de betaling van die prijs heeft verzocht zonder dat iemand is gehoord?

Er zijn geen precedenten ter zake en andere Europese landen die in dezelfde situatie verkeren hebben niet te maken gehad met dergelijke inmenging door de EU.

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (5 november 1996)

Naar aanleiding van de beschikking van de Commissie van 4 oktober 1995 betreffende de aan de tweede exploitant van GSM-radiotelefonie (Paneuropees digitaal cellulair mobiel GSM-systeem) in Italië (95/489/EG) ((PB L 280 van 23.11.1995. )) opgelegde voorwaarden heeft de Italiaanse regering bij de Commissie een aantal correctiemaatregelen aangemeld die zij van plan is te nemen om een einde te maken aan de mededingingsvervalsing die het gevolg is van de initiële betaling van 750 miljard lire, welke aan de onderneming Omnitel Pronto Italia (OPI) was opgelegd in strijd met artikel 90, lid 1 juncto artikel 86 van het EG-Verdrag.

De Commissie heeft op 7 februari 1996 bevestigd dat zij van mening is dat met deze maatregelen de gelijke mededingingsvoorwaarden tussen de GSM-ondernemingen op de Italiaanse markt kunnen worden hersteld, wanneer deze daadwerkelijk worden uitgevoerd in het kader van de huidige liberalisering.

Een van de betrokken maatregelen omvat een verlaging van het tarief voor interconnectie tussen het GSM-net van OPI en het geschakelde telefoonnet van Telecom Italia met 25 % in 1996 en 1997 (ofwel van 200 tot 150 lire per minuut). Hiermee is een bedrag gemoeid van 60 miljard lire.

De Commissie heeft op dezelfde wijze gehandeld ten aanzien van andere Lid-Staten die uitsluitend aan de tweede exploitant een initiële betaling hadden opgelegd. Naar aanleiding van dit optreden hebben België en Ierland besloten een vergelijkbare betaling op te leggen aan de openbare GSM-exploitant. Deze Lid-Staten hebben inmiddels bevestigd dat de betaling heeft plaatsgevonden.

Het vraagstuk van de voorlopige machtigingen is meer algemeen. Italië is momenteel bezig met de omzetting van verscheidene richtlijnen op het gebied van de liberalisering in de telecommunicatiesector, waarvoor de termijnen voor omzetting reeds verstreken zijn. De Commissie heeft de Italiaanse regering verzocht om belangstellende ondernemingen voorlopige machtigingen te verlenen, zodat deze ondernemingen de diensten, waarop deze richtlijnen betrekking hebben, reeds kunnen aanbieden voordat de omzettingsmaatregelen formeel zijn vastgesteld.