Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2580/96 van Antonios TRAKATELLIS aan de Commissie. Verlaging van de humanitaire hulp aan Transkaukasië

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2580/96 van Antonios TRAKATELLIS aan de Commissie. Verlaging van de humanitaire hulp aan Transkaukasië

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2580/96 van Antonios Trakatellis (PPE) aan de Commissie (24 september 1996)

Betreft: Verlaging van de humanitaire hulp aan Transkaukasië

De delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met Transkaukasië heeft in juni/juli 1996 een bezoek gebracht aan de drie betrokken landen. De delegatie heeft gesproken met door ECHO gefinancierde NGO's en is geïnformeerd over hun activiteiten. De besnoeiingen op de ECHO-kredieten voor 1996 zullen ernstige problemen veroorzaken voor de continuïteit van een aantal van hun programma's; zo worden bijv. de verdeling van kindervoeding, verwarming van scholen en de maaltijden voor bejaarden bedreigd.

Welke maatregelen is de Commissie van plan te nemen om te voorkomen dat de problemen veroorzaakt door de drastische besnoeiingen op de humanitaire hulp aan de landen van Transkaukasië het overleven van de armste lagen van deze traditionele samenlevingen in gevaar brengen?

Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie (14 oktober 1996)

De Commissie heeft haar financiële hulp aan Transkaukasië verminderd van 80 miljoen ecu in 1995 tot 26 miljoen ecu in 1996. Bijna 18 miljoen ecu werd in december 1995 toegekend voor de financiering in 1996 van de lopende operaties. Als hiermee rekening gehouden wordt, zijn de beschikbare middelen maar met 30 % verminderd (van 62 miljoen ecu in 1995 tot 44 miljoen ecu in 1996).

Met het oog op de beperktere middelen, heeft de Commissie verschillende maatregelen genomen om de voortzetting van de bijstand te verzekeren aan de armste lagen van de samenlevingen in een overgangsfase. Er zijn gedetailleerde evaluaties uitgevoerd om beter de meest hulpbehoevende groepen te identificeren en om de criteria die bepalen wie de begunstigden zijn, heel precies uit te werken. Programma's die niet speciaal gericht zijn op de meest hulpbehoevende gezinnen, zoals de verdeling van kleine hoeveelheden voedsel aan alle kinderen, en op hulp aan scholen op nationaal niveau zijn stopgezet of opnieuw aangepast. Dat laatste werd uitgevoerd gezien de toenemende hulp van institutionele donors en de snel groeiende structurele bijstand. Bovendien werden de partners ertoe aangezet hun kosten zo laag mogelijk te houden door gezamenlijke inkopen te doen, bulkvoedsel te verdelen, en inkopen op de lokale markt te verhogen en het buitenlands personeel te vervangen door binnenlands personeel, wat mogelijk en zinvol is in een postcrisissituatie zoals die zich nu voordoet in de Kaukasus.

Dankzij deze maatregelen kon de bijstand aan de meest kwetsbaren, ondanks de besnoeiingen, toch worden verleend en uitgebreid. De hulp (voedsel, medische zorg en de bevoorrading van levensmiddelen in de winter) aan bejaarden zonder inkomsten is toegenomen van 4 miljoen ecu in 1995 tot 7 miljoen ecu in 1996. Het is echter ook zo dat een aantal lopende programma's op het einde van het jaar niet meer verder gefinancierd zal worden. De partners zijn daarvan op de hoogte en zoeken nu naar alternatieve financieringsmiddelen.

Deze verandering in strategie, die gedefiniëerd kan worden als de transformatie van een strategie gebaseerd op de vraag naar een pro-actieve strategie, waarbij rekening gehouden wordt met de in 1995 begonnen postcrisissituatie, is al uitvoerig besproken met alle partners, autoriteiten en andere donors. De nieuwe strategie maakt het mogelijk de geleidelijke stopzetting van humanitaire hulpprogramma's voor te bereiden en zou in elk geval het einde betekend hebben van de hulp aan een aantal van de programma's die niet-gouvernementele organisaties blijkbaar genoemd hebben tijdens het bezoek van de delegatie van het Europees Parlement in juni-juli 1996.