SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2782/96 van Mihail PAPAYANNAKIS aan de Commissie. Tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2782/96 van Mihail PAPAYANNAKIS aan de Commissie. Tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2782/96 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie (21 oktober 1996)
Betreft: Tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats
Ondanks de duidelijke voorschriften van richtlijn 92/43/EEG ((PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.)) inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en ondanks het verlopen van de termijn die daarin voor de lid-staten wordt vastgesteld om hun interne wetgeving met de richtlijn in overeenstemming te brengen, hebben veel lid-staten nauwelijks hun nationale uitvoeringsmaatregelen medegedeeld. Ook hebben zij niet voldaan aan de verplichting krachtens artikel 4 van de richtlijn om de Commissie uiterlijk in juni 1995 in het bezit te stellen van een lijst met de gebieden die deel zullen uitmaken van het Europese ecologische netwerk "NATURA 2000¨.
Kan de Commissie meedelen, overwegende dat de gebrekkige nakoming door de lid-staten van hun verplichtingen zoals voortvloeiend uit richtlijn 92/43/EEG, de totstandbrenging van "NATURA 2000¨ in gevaar brengt:
1. hoe zij de lid-staten denkt te dwingen een algemene oplossing te vinden voor de slechte tenuitvoerlegging van de richtlijn en zorg te dragen voor een duurzame bescherming van het milieu;
2. welke controles zij uitvoert naar de mate waarin de nationale maatregelen overeenstemmen met de communautaire milieurichtlijnen;
3. welke "bijzondere maatregelen¨ Griekenland tot dusverre heeft getroffen inzake de afbakening van de hygrobiotopen en de doeltreffende bescherming daarvan, en welke gebieden het heeft aangewezen als vallend onder het netwerk "NATURA 2000¨;
4. in welke fase de procedure zich bevindt die de Commissie heeft aangespannen tegen elk der lid-staten die zich niet heeft geconformeerd aan richtlijn 92/43/EEG;
5. of zij voornemens is artikel 171 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in werking te doen treden?
Antwoord van Mevrouw Bjerregaard namens de Commissie (12 december 1996)
1. De Commissie heeft reeds gebruik gemaakt van haar bevoegdheden krachtens artikel 169 van het EG-Verdrag om juridische stappen te nemen tegen die Lid-Staten waarvan zij meent dat zij Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitat en wilde fauna en flora niet naar behoren hebben omgezet. Zij zal zonodig wederom gebruik maken van haar bevoegdheden.
2. De Commissie spant zich in om ervoor te zorgen dat medegedeelde nationale wetgeving ter uitvoering van Richtlijn 92/43/EEG de bepalingen van de richtlijn volledig en nauwkeurig omzetten.
3. Op 12 augustus 1996 heeft Griekenland een nationale lijst van 164 gebieden die zij voorstelt in Natura 2000 op te nemen, medegedeeld overeenkomstig Richtlijn 92/43/EEG. Deze lijst omvat wetlands. Het belang voor de Gemeenschap wordt beoordeeld aan de hand van de criteria van bijlage III, fase 2, met name de ecologische waarde voor het mediterrane gebied.
4. Wat betreft het niet-medelen van nationale wetgeving voor Richtlijn 92/43/EEG heeft de Commissie besloten een zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie voor Duistland, Griekenland, Frankrijk, Italië en Portugal. Daarnaast heeft zij een officiële kennisgeving aan Finland toegestuurd. Voor wat betreft het niet-melden van een volledige nationale lijst van gebieden die onder de richtlijn vallen, heeft de Commissie officiële kennisgevingen gestuurd aan zeven Lid-Staten die tot dusver geen lijst voor hun gehele grondgebied hebben toegestuurd (Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland en Portugal).
5. Zonodig is de Commissie bereid om een beroep te doen op artikel 171 van het EG-Verdrag. Dit artikel schrijft voor dat de Lid-Staten maatregelen nemen die nodig zijn voor de uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie. Indien een Lid-Staat dergelijke maatregelen niet neemt kan de Commissie, nadat een met redenen omkleed advies is uitgebracht, de zaak voor het Hof van Justitie brengen waarbij zij de dwangsom vermeldt die zij in de gegeven omstandigheden passend acht om door de Lid-Staat te worden betaald.