Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1376/97 van Giacomo SANTINI aan de Commissie. Agrarisch proefcentrum in de provincie Bolzano

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1376/97 van Giacomo SANTINI aan de Commissie. Agrarisch proefcentrum in de provincie Bolzano

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1376/97 van Giacomo SANTINI aan de Commissie. Agrarisch proefcentrum in de provincie Bolzano

Publicatieblad Nr. C 391 van 23/12/1997 blz. 0077


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1376/97 van Giacomo Santini (UPE) aan de Commissie (21 april 1997)

Betreft: Agrarisch proefcentrum in de provincie Bolzano

In Alto Adige in de buurt van Leimburg, ten zuiden van Bolzano, is het proefcentrum voor de land- en bosbouw van de autonome provincie Bolzano gevestigd.

Deze door de overheid gefinancierde instelling produceert grote hoeveelheden fruit die slechts voor een klein gedeelte kunnen worden gerechtvaardigd vanuit het oogpunt van de bevordering van onderzoek en technische bijstand. Het centrum produceert in de praktijk 4.000 ton appels, 200 ton wijndruiven, 100 ton kiwi's, 30 ton peren en kleinere hoeveelheden perziken, moerbeien, aalbessen en kastanjes.

Het grootste deel van deze productie wordt op de markt verkocht, hetgeen in feite tot oneerlijke concurrentie ten opzichte van de particuliere producenten leidt, die wel alle kosten moeten dragen, terwijl het centrum hoge overheidsbijdragen krijgt en zijn kosten worden gedekt.

Kan de Commissie via haar bevoegde diensten nagaan of hier sprake is van schendingen van het Gemeenschapsrecht inzake de mededinging, alsmede van de richtlijnen waarin de landbouwmarkt wordt geregeld?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (12 mei 1997)

De Commissie heeft nota genomen van de door het geachte Parlementslid verstrekte informatie. De Italiaanse regering zal worden gevraagd de Commissie alle nodige gegevens te verstrekken opdat deze kan nagaan of de bijdragen aan het in de vraag bedoelde agrarische proefcentrum neerkomen op staatssteun in de zin van artikel 92, lid 1, van het EG-Verdrag en, indien zulks het geval blijkt te zijn, of die staatssteun dan verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt in de zin van hetzelfde artikel.