SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1471/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Pensioenuitkering aan de Italiaanse werknemers in het buitenland
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1471/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Pensioenuitkering aan de Italiaanse werknemers in het buitenland
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1471/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Pensioenuitkering aan de Italiaanse werknemers in het buitenland
Publicatieblad Nr. C 367 van 04/12/1997 blz. 0126
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1471/97 van Cristiana Muscardini (NI) aan de Commissie (30 april 1997)
Betreft: Pensioenuitkering aan de Italiaanse werknemers in het buitenland
De geëmigreerde Italiaanse werknemers worden de laatste jaren door een aantal restrictieve maatregelen getroffen die hun sociale bescherming ernstig hebben aangetast.
In de onlangs aangenomen nota van financiën is een bepaling opgenomen die de toch al moeilijke financiële situatie van de Italiaanse werknemers in het buitenland verslechtert, aangezien de periode van premiebetaling die vereist is om in aanmerking te komen voor de minimumuitkering verhoogd is van 5 tot 10 jaar.
Is de Commissie bereid een richtlijn voor te stellen die gericht is op een harmonische hervorming van het pensioenstelsel van de communautaire werknemers die in een ander land werken dan hun land van herkomst, met name door te zorgen voor:
1. aanvulling van het virtuele pensioen, via het mechanisme van samentelling van de tijdvakken, tot de minimumuitkering, overeenkomstig de voorschriften van de EU;
2. toekenning aan de Italiaanse werknemers in het buitenland van de aanvulling op de minimumuitkering, tegen dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de in Italië woonachtige werknemers;
3. herziening van de berekening van de onder internationale regelingen vallende pensioenen door middel van een adequate nieuwe evaluatie van de gestorte bijdragen;
4. toekenning van sociale bijstand aan bejaarde Italiaanse burgers die in armoedige omstandigheden in het buitenland wonen.
Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (26 mei 1997)
1. De Commissie vraagt de aandacht van de geachte afgevaardigde voor het feit dat de communautaire regelgeving ((Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en 574/72, gewijzigd en bijgewerkt bij Verordening EG) nr. 118/97 (PB L 28 van 30.1.1997). )) op het gebied van de sociale zekerheid uitsluitend betrekking heeft op de coördinatie van de sociale zekerheid van de lidstaten en niet op de harmonisatie daarvan. Zoals het Hof van Justititie herhaalde malen heeft verklaard ((Zie bijvoorbeeld zaak 161/91 * Van Munster * arrest van 5 oktober 1994 - Rep. 1994 I, blz. 4661. )), is het de taak van de lidstaten om de structuur en de kenmerken van hun socialezekerheidsstelsels vast te stellen. Tussen de stelsels blijven, afhankelijk van de nationale doelstellingen, verschillen bestaan ten aanzien van zowel de voorwaarden van toekenning als het bedrag van de prestaties, met inachtneming van de principes van het EG-Verdrag en met name dat van de gelijke behandeling of het beginsel van de non-discriminatie vanwege nationaliteit.
2. Wat de eerste vraag over de prestatie "integrazione al minimo¨ voor de berekening van het zogenaamdevirtuele pensioen betreft, wordt de aandacht van de geachte afgevaardigde gevestigd op het feit dat het Hof vanJustitie onlangs het verzoek om een prejudiciële beslissing ((Zaak C-132/96 * Stinco/INPS - PB C 180 van 22.6.1996. )) met betrekking tot de toepassing van artikel 46,lid 2 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 heeft ontvangen. In deze zaak moet het Hof duidelijk maken of bij de berekening van het Italiaanse pensioen al dan niet rekening moet worden gehouden met de prestatie in kwestie.
3. De herwaardering van de bijdragen is volgens de Commissie uitsluitend een zaak van de desbetreffende de lidstaat.
4. Wat de betaling van de prestaties "integrazione al minimo¨ en "assegno sociale¨ betreft aan personen die niet in Italië wonen, moet eerst worden duidelijk gemaakt dat deze prestaties zowel onder de sociale verzekering als onder de sociale bijstand vallen (niet op premiebetaling berustende prestaties van het gemengde type). Derhalve vallen zij onder de werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1408/71, maar worden geregeld door een specifiek coördinatiesysteem. Ongeacht de "exportbepaling¨ in artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 worden deze prestaties voor zover deze zijn opgenomen in bijlage II bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71, uitsluitend betaald op het grondgebied van de lidstaat waar de begunstigde woont. Dat is het geval met de prestatie "integrazione al minimo¨. De prestatie "assegno soziale¨is momenteel niet in bovenbedoelde bijlage opgenomen.