Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1524/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Vrij verkeer in de EER

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1524/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Vrij verkeer in de EER

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1524/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Vrij verkeer in de EER

Publicatieblad Nr. C 391 van 23/12/1997 blz. 0095


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1524/97 van Cristiana Muscardini (NI) aan de Commissie (5 mei 1997)

Betreft: Vrij verkeer in de EER

Het statuut van de seizoenarbeider in de EER, dat b.v. in Liechtenstein wordt toegepast op ongeveer 350 Italiaanse burgers die daar soms wel elf maanden per jaar werken, benadeelt deze werknemers op onmenselijke en onheuse wijze: zij worden maatschappelijk uitgesloten, hun gezinnen worden uit elkaar gerukt, zij genieten geen enkele sociale bescherming, zij zijn niet verzekerd; kortom, zij zijn beroofd van de meest fundamentele rechten zoals het recht op gezinstoelagen, pensioenuitkering, prestaties van de sociale verzekeringen, werkloosheidsuitkering, invaliditeitspensioen en schoolopleiding. Sinds kort worden verblijfsvergunningen niet meer voor blokken van negen maanden toegekend, maar voor vier maanden met onderbreking. Aldus kan een seizoenarbeider, ook al werkt hij elf maanden per jaar zoals iedere andere burger, nooit rechten opbouwen, ook niet voor zijn gezin. Kortom, dit is een echt schandaal dat zich in het hart van Europa afspeelt.

1. Laat de Commissie het voortduren van een dergelijke situatie toe?

2. Is de Commissie niet van mening dat naast het vrij verkeer van kapitaal, goederen en diensten ook en vooral het vrij verkeer van personen in de landen van de EER moet worden toegestaan?

3. Acht de Commissie het niet wenselijk en politiek correct om afschaffing te verlangen van het statuut van de seizoenarbeider in de EER en om via een herziening van de Overeenkomst EU/EER te zorgen voor het vrije verkeer van personen, zoals voorzien in protocol 15?

Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie (11 juni 1997)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER) bestrijkt alle vier vrijheden van de interne markt, met inbegrip van het vrij verkeer van personen. De afwijkingen op het gebied van het vrij verkeer van personen ten aanzien van Liechtenstein zijn vervat in Protocol 15 van de EER-Overeenkomst. Deze afwijkingen zijn van tijdelijke aard en gelden slechts tijdens een overgangsperiode die op 1 januari 1998 afloopt.Aan het eind van de overgangsperiode zullen de overgangsmaatregelen gezamenlijk worden herzien door de overeenkomstsluitende partijen, waarbij naar behoren rekening zal worden gehouden met de specifieke geografische situatie van Liechtenstein. De Commissie is reeds een dialoog aangegaan met de autoriteiten van Liechtenstein om ervoor te zorgen dat op de vastgestelde datum de nodige maatregelen worden genomen om de overgangsperiode af te sluiten en dat het communautair acquis op het gebied van het vrij verkeer van personen op 1 januari 1998 in Liechtenstein in werking treedt.