Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1549/97 van Niels KOFOED aan de Commissie. Openbare dienstverlening en aankoop in doelstelling 5 B- gebieden

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1549/97 van Niels KOFOED aan de Commissie. Openbare dienstverlening en aankoop in doelstelling 5 B- gebieden

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1549/97 van Niels KOFOED aan de Commissie. Openbare dienstverlening en aankoop in doelstelling 5 B- gebieden

Publicatieblad Nr. C 045 van 10/02/1998 blz. 0048


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1549/97 van Niels Kofoed (ELDR) aan de Commissie (5 mei 1997)

Betreft: Openbare dienstverlening en aankoop in doelstelling 5 B-gebieden

Is de Commissie bereid de mogelijkheid te onderzoeken om de momenteel geldende aanbestedingsrichtlijnen zodanig te wijzigen dat het in verband met dienstverlening - bij voorbeeld vervoer - en de aankoop van goederen mogelijk wordt gemaakt een nog verdere verzwakking te voorkomen van plattelandsgebieden en eilandgemeenschappen in doelstelling 5 B-gebieden als gevolg van het feit dat contracten voor dienstverlening en de aankoop van goederen thans vaak gegund worden aan grote bedrijven met een hoofdvestiging buiten de betrokken gebieden, terwijl aan de plaatselijke, kleinere ondernemingen in veel gevallen zo de basis voor het bedrijf wordt onttrokken?

Is de Commissie bij voorbeeld bereid in overweging te nemen om met een voorstel te komen de algemeen geldende drempelwaarden voor het verplicht houden van een aanbesteding in verband met aankoopcontracten of overeenkomsten voor het verlenen van diensten aanzienlijk te verhogen - bij voorbeeld te verdubbelen of te verdriedubbelen - in gebieden van doelstelling 5 B?

Is de Commissie bereid te overwegen met een voorstel te komen om toe te staan dat degenen die een aanbesteding houden voor onder de aanbestedingsrichtlijn vallende contracten bepalen dat er in verband met de aanbestedingsprocedure een verdeling plaatsvindt, zodat de inschrijvers alleen een enkel deelcontract of een bepaald geringer aantal van de betrokken deelcontracten kunnen krijgen dat/die onder een gecombineerde aanbesteding valt/vallen, bij voorbeeld van alle busrouteritten in een district of regio in een gebied van doelstelling 5 B?

Heeft de Commissie andere voorstellen hoe men met behulp van een wijziging van de aanbestedingsrichtlijnen zou kunnen voorkomen dat de regels voor aanbestedingen meewerken aan een ontvolking van de doelstelling 5 B-gebieden door onder meer een verzwakking van de bedrijfsbasis van kleine en middelgrote ondernemingen - niet in de laatste plaats van insulaire gemeenschappen?

Kan de Commissie, mocht zij een negatieve reactie op bovenstaande vragen geven, in dat geval nader toelichten waarom zij een afwijzende houding aanneemt?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (23 juni 1997)

Allereerst moet worden benadrukt dat de huidige gemeenschapsregels inzake overheidsopdrachten de aanbestedende diensten niet verbieden om een regionale-voorkeurregeling toe te passen bij de gunning van contracten waarvan het geraamde bedrag beneden de drempelwaarden van de richtlijnen betreffende openbare aanbestedingen ligt, op voorwaarde dat deze voorkeur zonder discriminatie geldt voor alle ondernemingen in de Gemeenschap en in de landen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-Overeenkomst) die zich in dezelfde situatie bevinden. Zo zouden bij aanbestedingen onder de drempelwaarden, ondernemingen in gebieden van doelstelling 5 B de voorkeur kunnen krijgen, mits deze voorkeur geldt voor alle andere ondernemingen in die gebieden, waar ook in de Gemeenschap, en voor alle ondernemingen in gebieden van EER-landen met vergelijkbare kenmerken.

Indien sprake is van aanbestedingen waarvan het geraamde bedrag boven de drempelwaarden ligt, is een dergelijke voorkeur niet verenigbaar met de vigerende regelgeving inzake overheidsopdrachten.

Er bestaan geen plannen voor verhoging van de drempelwaarden, niet in het algemeen en ook niet voor gebieden van doelstelling 5 B. Dit zou strijdig zijn met de internationale verplichtingen van de Gemeenschap inzake overheidsopdrachten.

Krachtens de huidige gemeenschapsregels inzake overheidsopdrachten is het voor de aanbestedende diensten reeds mogelijk de aanbestedingen op te splitsen in percelen en deze afzonderlijk te plaatsen, maar op voorwaarde dat bij de berekening van de drempelwaarden de totale waarde van de percelen in acht wordt genomen en dat de bepalingen van de richtlijnen op alle percelen worden toegepast. Zo kunnen de aanbestedende diensten uit hoofde van de richtlijn niet worden verboden om bijvoorbeeld het busvervoer in een land in een aantal verschillende percelen -bijvoorbeeld de afzonderlijke buslijnen- onder te verdelen en te bepalen dat de deelnemers slechts voor één of een aantal deelcontracten in mogen schrijven. Bovendien is bepaald in artikel 7, lid 4, van Richtlijn 92/50/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening ((PB L 209 van 24.7.1992. )) en artikel 6, lid 3, van Richtlijn 93/37/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken ((PB L 199 van 9.8.1993. )), dat percelen waarvan de geraamde waarde exclusief BTW minder dan respectievelijk 80.000 en 1.000.000 ecu bedraagt, onder bepaalde voorwaarden mogen worden geplaatst buiten toepassing van de richtlijnen.

Met betrekking tot de ideeën en initiatieven van de Commissie ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf (MKB) kan het voor het geachte Parlementslid nuttig zijn hoofdstuk 5, punten 5.1 tot en met 5.16 na te slaan van het Groenboek "De overheidsopdrachten in de Europese Unie: beschouwingen over een toekomstig beleid¨ ((COM (96) 583. )).