Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1718/97 van Hiltrud BREYER aan de Commissie. EU-richtlijn inzake bescherming tegen schadelijke biologische agentia op de werkplek

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1718/97 van Hiltrud BREYER aan de Commissie. EU-richtlijn inzake bescherming tegen schadelijke biologische agentia op de werkplek

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1718/97 van Hiltrud Breyer (V) aan de Commissie (23 mei 1997)

Betreft: EU-richtlijn inzake bescherming tegen schadelijke biologische agentia op de werkplek

Volgens een nog niet gepubliceerd onderzoek van de Duitse federale dienst voor arbeidsbescherming en arbeidsgeneeskunde in Berlijn (Bundesanstalt für Arbeitsschutz und Arbeitsmedizin) (zie Der Spiegel, 30.12.1996) heersen aan de lopende banden van de sorteerinstallaties voor recycleerbaar materiaal van het "Grüne Punkt¨-systeem belastingen van wel een miljoen kiemen per kubieke meter lucht. Bovendien veroorzaken scherpe voorwerpen zoals blikjes in het verpakkingsafval op de band ieder jaar ongeveer 400 gemelde steek- en snijwonden. Dit betekent dat de sorteerinstallaties naast de bio-industrie tot de gevaarlijkste werkplekken in Duitsland behoren.

1. Is de Commissie reeds op de hoogte van de resultaten van het onderzoek van bloedproeven bij 400 werknemers in de afvalsector door de Bundesanstalt in Berlijn (in opdracht gegeven door het Duitse Ministerie van Arbeid)?

2. Hoe hoog mag de belasting van de lucht in sorteerinstallaties momenteel zijn? Welke beschermingsmaatregelen dient de werkgever te nemen? In hoeverre onderzoekt de Commissie de luchtkwaliteit op verschillende werkplekken? Worden de resultaten van de milieubelastingen op de werkplek gepubliceerd?

3. Wanneer zal de Commissie haar voorstel voor een richtlijn ter bescherming tegen schadelijke biologische agentia voorleggen?

4. Welke stappen denkt de Commissie tegen de buitengewoon hoge belastingen op de werkplek te ondernemen? Voorziet de richtlijn in grenswaarden voor de maximale belasting van de in te ademen lucht in sorteerinstallaties?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (4 juli 1997)

1. De Commissie is niet op de hoogte van de nog niet gepubliceerde resultaten waarnaar de geachte afgevaardigde verwijst. Zij is zich echter bewust van de problemen voor de gezondheid en de veiligheid die zich bij de afvalverwerking kunnen voordoen. Zij bestudeert de mogelijkheden voor een grondige analyse van de noodzakelijke maatregelen teneinde de risico's van blootstelling van de werknemers aan mogelijk gevaarlijke stoffen in deze bedrijfstak te voorkomen of te verminderen. Dit initiatief is opgenomen in het communautair programma 1996-2000 inzake veiligheid, gezondheid en hygiëne op het werk.

2, 3. & 4. Wat de op Europees niveau bestaande wettelijke bepalingen ter zake betreft, Richtlijn 89/391/EEG (kaderrichtlijn) van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk ((PB L 183 van 29.6.1989. )) geldt voor alle sectoren. Volgens deze richtlijn is de werkgever verplicht te zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met het werk verbonden aspecten. Hij moet, rekening houdend met de aard van de activiteiten van het bedrijf of de inrichting, de risico's voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers evalueren, met inbegrip van de keuze van de werkuitrusting en de inrichting van de arbeidsplaatsen. Op grond van deze evaluatie moeten de preventieactiviteiten en de door de werkgever gebruikte werk- en productiemethoden een betere bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers verzekeren en geïntegreerd worden in het geheel van de activiteiten van het bedrijf of de inrichting en betrekking hebben op alle niveaus.

Richtlijn 90/679/EEG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk ((PB L 374 van 31.12.1990. )) (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG), gewijzigd bij de richtlijnen 93/88/EEG ((PB L 268 van 29.10.1993. )) en 95/30/EG ((PB L 155 van 6.7.1995. )), is van toepassing op werkzaamheden waarbij werknemers ten gevolge van hun werk worden of kunnen worden blootgesteld aan biologische agentia. Voor alle werkzaamheden waarbij zich het risico van blootstelling aan biologische agentia kan voordoen, moeten de aard, de mate en de duur van de blootstelling van de werknemers worden bepaald teneinde alle risico's voor de gezondheid of de veiligheid van de werknemers te kunnen beoordelen en te kunnen vaststellen welke maatregelen moeten worden genomen. De richtlijn geeft aan welke beschermingsmaatregelen genomen moeten worden naar gelang van het resultaat van de risicobeoordeling.

De in deze richtlijn opgenomen preventiestrategie voorziet in de vervanging van een gevaarlijk biologisch agens door een niet of minder gevaarlijk agens. Indien uit de resultaten van de risicobeoordeling blijkt dat er een risico voor de gezondheid of de veiligheid van de werknemers bestaat, moet blootstelling van de werknemers worden voorkomen. Indien dit technisch niet uitvoerbaar is, moet het blootstellingsrisico tot een zodanig laag niveau worden teruggebracht als voor een adequate bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de betrokken werknemers noodzakelijk is. In genoemde omstandigheden moeten op grond van de richtlijn de middelen worden toegepast die het mogelijk maken afvalstoffen veilig te verzamelen, op te slaan en te verwijderen, zo nodig na een passende behandeling.

De Commissie wenst er met nadruk op te wijzen dat het vanaf het tijdstip waarop de nationale autoriteiten deze richtlijnen in nationaal recht hebben omgezet, aan de nationale instanties is om toe te zien op de naleving van de nationale uitvoeringsmaatregelen door de werkgevers. Bovendien controleert de Commissie harerzijds of de maatregelen van afgeleid recht door de lidstaten juist en effectief zijn omgezet. Alleen indien er daadwerkelijk zou kunnen worden aangetoond dat er zich problemen met de toepassing van de nationale omzettingsmaatregelen voordoen, kan de Commissie zo nodig besluiten een inbreukprocedure uit hoofde van artikel 169 van het EG-Verdrag in te leiden.