SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2463/97 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. BTW-heffing op Europese subsidies voor de KMO's
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2463/97 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. BTW-heffing op Europese subsidies voor de KMO's
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2463/97 van Ernesto CACCAVALE aan de Commissie. BTW-heffing op Europese subsidies voor de KMO's
Publicatieblad Nr. C 102 van 03/04/1998 blz. 0042
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2463/97 van Ernesto Caccavale (UPE) aan de Commissie (8 juli 1997)
Betreft: BTW-heffing op Europese subsidies voor de KMO's
De Commissie kent een globale subsidie toe, als middel tot financiering van op plaatselijke ontwikkeling gerichte activiteiten, aan intermediaire instanties die tot taak hebben vast te stellen wie in aanmerking komt voor deze steun, zoals b.v. kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's), en deze bij te staan.
Uit bij de ombudsman ingediende klachten, alsook uit protesten die door particulieren bij de diensten van de Commissie en het Europees Parlement zijn aangetekend, kan worden opgemaakt dat de fiscale behandeling van deze globale subsidies van land tot land verschilt en dat met name de Italiaanse regering BTW heft op deze gelden.
Dit houdt in dat in feite een groot deel van de door de Commissie ter beschikking gestelde gelden, die zoals bekend van belasting zijn vrijgesteld, voor de KMO's verloren gaat.
Kan de Commissie precies aangeven welke bepalingen zijn opgenomen in de contracten die zijn afgesloten met de intermediaire instanties die in de diverse lidstaten verantwoordelijk zijn voor deze globale subsidies?
Kan de Commissie bovendien mededelen welke fiscale behandeling wordt toegepast door de lidstaten waaraan de Commissie de globale subsidies heeft toegekend?
Kan de Commissie voorts nagaan of de Italiaanse staat zich door middel van belastingheffing op de globale subsidies eventueel op ongerechtvaardigde wijze heeft verrijkt ten nadele van de KMO's?
Kan de Commissie tenslotte een gedetailleerde lijst verstrekken van de intermediaire instanties die tot nu toe contracten met de Commissie hebben afgesloten voor de globale subsidies?
Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (23 september 1997)
Ten aanzien van de door de communautaire structuurfondsen gefinancierde globale subsidies zij opgemerkt dat het bij de bepalingen in de contracten met de bemiddelende organisaties om standaardbepalingen gaat die dus in het algemeen steeds dezelfde zijn. Deze contractuele bepalingen mogen niet afwijken van de op communautair en nationaal niveau geldende dwingende wetten.
Voorts zorgt het feit dat de indirecte belastingen worden geregeld door communautaire richtlijnen voor een gelijke behandeling van de door de Gemeenschap in de lidstaten toegekende subsidies.
Artikel 2 van de zesde richtlijn inzake BTW (77/388/EEG) ((PB L 145 van 13.06.2977, laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 96/42/EG, PB L 170 van 9.7.1996 )) onderwerpt de levering van goederen en diensten aan BTW en heeft bijgevolg geen betrekking op de betaling van een globale subsidie van de Commissie aan een bemiddelende organisatie en de ontvangst van het geld door de organisatie. Bedoelde transactie valt dus buiten het toepassingsgebied van de BTW. Ook de toekenning van een subsidie door een organisatie aan een begunstigde moet worden beschouwd als vallende buiten het toepassingsgebied van de BTW. Wanneer een bemiddelende organisatie daarentegen in het kader van het beheer van de subsidie tegen betaling diensten verleent aan de structuurfondsen of de ondernemingen die de subsidie ontvangen, is dat volgens de algemene regels een transactie waarover BTW verschuldigd is.
De door de bemiddelende organisatie en de begunstigde ondernemingen verrichte aankopen van goederen en diensten verbandhoudende met de gesubsidieerde activiteit zijn aan BTW onderworpen. De algemene BTW-regels gelden eveneens voor wat betreft het recht op aftrek en terugvordering van de BTW ten aanzien van de leverancier van hun aankopen. In deze context zij erop gewezen dat Italië geen gebruik maakt van de in artikel 19 van richtlijn 77/388/EEG geboden mogelijkheid het recht op aftrek te beperken voor alle met subsidies gefinancierde aankopen van begunstigde ondernemingen.
De algemene regel betreffende subsidieerbaarheid van BTW door de structuurfondsen wordt heel duidelijk geformuleerd in de beschikking van de Commissie van 23 april 1997 ((PB L 146 van 5.6.1997 )) (notitie nr. 15): "BTW, andere heffingen, belastingen of lasten.... die uit de communautaire financiering kunnen voortvloeien, komen voor subsidiëring in aanmerking, als zij effectief en definitief door de eindbegunstigden worden gedragen (ongeacht of deze bedragen al dan niet voor de begroting van de lidstaat bestemd zijn)¨. Daarentegen "komt BTW die kan worden teruggevorderd of op enigerleiwijze wordt terugbetaald of gecompenseerd niet voor bijstand in aanmerking en kan dus niet uit de structuurfondsen worden medegefinancierd¨. Deze regel geldt gelijkelijk in alle lidstaten, inclusief Italië.
Gegevens over de verstrekking van de globale subsidies zijn vervat in de jaarverslagen over de activiteit van de structuurfondsen. Voorts wordt over elk besluit tot toekenning van een globale subsidie een persmededeling opgesteld waarin informatie is vervat over de aangewezen bemiddelende organisatie.