Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2956/97 van Patricia McKENNA aan dee Raad. Pesterijen tegen de "Europese Vredestrein" in Turkije

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2956/97 van Patricia McKENNA aan dee Raad. Pesterijen tegen de "Europese Vredestrein" in Turkije

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2956/97 van Patricia McKENNA aan dee Raad. Pesterijen tegen de "Europese Vredestrein" in Turkije

Publicatieblad Nr. C 134 van 30/04/1998 blz. 0043


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2956/97 van Patricia McKenna (V) aan de Raad (16 september 1997)

Betreft: Pesterijen tegen de "Europese Vredestrein¨ in Turkije

Er zijn talrijke berichten dat de deelnemers aan de Musa Anser "Europese Vredestrein¨, die campagne voert voor een einde aan de onderdrukking van het Koerdische volk door de Turkse overheid, zijn blootgesteld aan pesterijen en intimidatie door de politie.

Honderden zijn vastgehouden na een recente vredesbijeenkomst in Istanboel, een vredeskaravaan van zeven bussen op weg naar Diyarbakir is in Urfa tegengehouden en afgevaardigden die uitstapten om naar een servicestation in Birecik te gaan, zouden door de politie zijn aangevallen en drie van hen moesten zich onder behandeling stellen wegens verwondingen.

In een bericht van 2 september 1997 wordt vermeld dat de vredeskaravaan werd gedwongen om terug te keren naar Istanboel, dat de deelnemers niet meer mochten stoppen bij servicestations en dat zij steeds door een politie-escorte werden gevolgd.

Voorts zijn er berichten over pesterijen tegen activisten voor de mensenrechten in Diyarbakir. Twee Britse activisten, waaronder Michael Feeney, de adviseur van kardinaal Basil Hume voor vluchtelingenzaken, werden feitelijk in hun hotel onder huisarrest geplaatst.

Heeft de Raad contact gehad met de Turkse autoriteiten over bovengenoemde incidenten? Welke stappen overweegt hij te nemen?

Antwoord (22 december 1997)

De Raad betreurt de door het geachte parlementslid aangehaalde incidenten en benadrukt dat hij het grootste belang hecht aan de eerbiediging van de mensenrechten en de democratie in Turkije. Hij schrikt er niet voor terug om in zijn contacten met de Turkse autoriteiten elke schending in dat verband te veroordelen.

Wat de vredeskaravaan betreft, heeft de voorzitter van de Raad de wijze waarop die karavaan is behandeld, op 1 september 1997 in Ankara aan de orde gesteld. De Turkse regering motiveerde het gebeuren - inclusief de weigering om de karavaan tot Ankara toe te laten - met overwegingen van openbare orde. Het lijdt geen twijfel dat de Turkse autoriteiten deze hele zaak slecht hebben aangepakt. Het is hun zeker bekend met welke ontsteltenis in de Europese Unie terecht op hun optreden is gereageerd.