Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3200/97 van Giulio FANTUZZI aan de Commissie. Correcte interpretatie van de termen "kalf" en "kalfsvlees"

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3200/97 van Giulio FANTUZZI aan de Commissie. Correcte interpretatie van de termen "kalf" en "kalfsvlees"

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3200/97 van Giulio FANTUZZI aan de Commissie. Correcte interpretatie van de termen "kalf" en "kalfsvlees"

Publicatieblad Nr. C 158 van 25/05/1998 blz. 0056


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3200/97 van Giulio Fantuzzi (PSE) aan de Commissie (16 oktober 1997)

Betreft: Correcte interpretatie van de termen "kalf¨ en "kalfsvlees¨

De term "kalf¨ wordt in de Europese wetgeving met verschillende betekenissen gebruikt, al naar gelang het gaat om voorschriften voor de fokkerij en het transport, om maatregelen ten aanzien van de import uit derde landen, om marktinterventies of om kwaliteitseisen voor de acties ter bevordering van de afzet van rundvlees.

Daarom vraag ik de Commissie:

1. Bestaat er een specifieke bepaling die de kenmerken vaststelt van de dieren waarvan het onder de naam "kalfsvlees¨ in de handel gebrachte vlees afkomstig is?

2. Is de Commissie niet van mening dat het nodig is in de verschillende wetgevende teksten de kenmerken van de als "kalveren¨ aangeduide dieren te harmoniseren, met name wat betreft gewicht, leeftijd, wijze van fokken en voeding?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (14 november 1997)

1. Er bestaat geen uniforme communautaire bepaling waarin runderen worden gedefinieerd op basis van hun specifieke eigenschappen. Naargelang van het probleem waar het om gaat gelden echter de volgende definities:

- volgens de marktordening mogen kalveren, in tegenstelling tot volwassen runderen, geen levend gewicht van meer dan 300 kg hebben (artikel 1, lid 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees ((PB L 148 van 28.6.1968. ));

- als het gaat om het welzijn van de dieren is een kalf een rund van ten hoogste zes maanden (artikel 2 van Richtlijn 91/629/EEG van de Raad van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren ((PB L 340 van 11.12.1991. )));

- in het kader van de afzetbevordering voor vlees geldt voor vleeskalveren dat zij gevoed moeten zijn met vloeibaar voeder dat ten minste 60 % zuivelproducten bevat, dat zij niet ouder mogen zijn dan zes maanden en dat hun slachtgewicht, inclusief de organen in de borst- en buikholte niet meer mag bedragen dan 140 kg; (zie bijlage I, punt 3.5 van Verordening (EEG) nr. 1318/93 van de Commissie van 28 mei 1993 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2067/92 van de Raad betreffende acties ter bevordering van de verkoop en de afzet van kwaliteitsrundvlees ((PB L 132 van 29.5.1993. )));

- de prijzen op de representatieve markten van de Gemeenschap worden vastgesteld voor hetzij mannelijke kalveren van acht dagen tot drie weken (artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 610/77 van de Commissie van 18 maart 1977 betreffende de vaststelling van de op de representatieve markten van de Gemeenschap geconstateerde prijzen voor volwassen runderen en betreffende de constatering van de prijzen voor sommige andere runderen in de Gemeenschap ((PB L 77 van 25.3.1977. )), hetzij magere mannelijke runderen van gemiddeld 6 tot 12 maanden en met een levend gewicht van gemiddeld niet meer dan 300 kg (artikel 9 van bovengenoemde verordening), hetzij vleeskalveren die uitsluitend met melk of melkpreparaten zijn gevoederd en die geslacht zijn op een leeftijd van circa zes maanden (artikel 10 van bovengenoemde verordening).

2. Rekening houdende met de verschillende context waarop de definities zijn afgestemd, is de Commissie niet voornemens één enkele definitie van het begrip "kalf¨ te geven die in alle mogelijke gevallen kan dienen.