Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3264/97 van María ESTEVAN BOLEA aan de Commissie. Petroleumcokes en cementfabrieken

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3264/97 van María ESTEVAN BOLEA aan de Commissie. Petroleumcokes en cementfabrieken

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3264/97 van María ESTEVAN BOLEA aan de Commissie. Petroleumcokes en cementfabrieken

Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0004


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3264/97 van María Estevan Bolea (PPE) aan de Commissie (20 oktober 1997)

Betreft: Petroleumcokes en cementfabrieken

Petroleumcokes is het eindresidu van het raffinageproces van ruwe olie.

Is petroleumcokes volgens de Commissie gewoon een brandstof, of moet het worden beschouwd als een residu?

Zouden cementfabrieken die petroleumcokes verbranden moeten beschikken over een vergunning voor het beheer van afvalstoffen?

Antwoord van de heer Papoutsis namens de Commissie (26 januari 1998)

Petroleumcokes komt momenteel niet voor op de lijst van afvalstoffen die bij beschikking van de Commissie van 20 december 1993 ((PB L 5 van 7.1.1994. )) werd vastgesteld in toepassing van artikel 1a van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad. Petroleumcokes wordt echter wel genoemd in Verordening (EG) nr. 1734/96 van de Commissie van 9 september 1996 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (Code NC 2713).

De lijst van Richtlijn 75/442/EEG wordt momenteel door de lidstaten herzien en de vraag of petroleumcokes daarin moet worden opgenomen, komt zeer binnenkort ter sprake.