Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3441/97 van Nel van DIJK aan de Commissie. Het "Aznar-protocol"

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3441/97 van Nel van DIJK aan de Commissie. Het "Aznar-protocol"

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3441/97 van Nel van DIJK aan de Commissie. Het "Aznar-protocol"

Publicatieblad Nr. C 174 van 08/06/1998 blz. 0058


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3441/97 van Nel van Dijk (V) aan de Commissie (31 oktober 1997)

Betreft: Het "Aznar-protocol¨

Heeft de Commissie een verklaring voor de discrepantie tussen de door haar verstrekte cijfers ((Antwoord van Commissaris Gradin op mijn schriftelijke vraag E-1356/97 - PB C 373 van 9.12.1997, blz. 110. )) over het aantal asielaanvragen van onderdanen van EU-lidstaten in andere lidstaten en de cijfers waarover de UNHCR beschikt ((UNHCR, 'EU nationals seeking asylum in EU Member States: some statistical evidence, 1985-1995'. ))?

Kan de Commissie, na overleg met de UNHCR, de juiste statistieken verstrekken?

Welke lidstaten - naast België ((Verklaring van België bij het Protocol bij het Verdrag van Amsterdam inzake asiel voor onderdanen van lidstaten van de EU. )), Nederland ((Antwoord van de ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie op schriftelijke vragen van het Kamerlid Rosenmöller (GroenLinks), Tweede Kamer, Vragen, 26 september 1997. )) en Zweden ((Migration News Sheet, no. 173, augustus 1997, blz. 13. )) - hebben inmiddels verklaard, dat zij, niettegenstaande het 'Aznar-protocol' bij het Verdrag van Amsterdam, elk asielverzoek van een onderdaan van een andere lidstaat in behandeling zullen nemen?

Is de Commissie bereid de overige lidstaten hiertoe aan te sporen, teneinde de schade die het 'Aznar-protocol' toebrengt aan de naleving van het Vluchtelingenverdrag te beperken?

Antwoord van mevrouw Gradin namens de Commissie (8 december 1997)

De cijfers die in het antwoord van de Commissie op schriftelijke vraag E-1356/97 ((PB C 373 van 9.12.1997, blz. 110. )) van het geachte Parlementslid werden genoemd, zijn ontleend aan statistieken van de lidstaten met betrekking tot de daar ingediende en geregistreerde asielverzoeken. De statistieken van het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) worden van geval tot geval door de plaatselijke kantoren verzameld, terwijl Eurostat is aangewezen op gegevens die door de lidstaat in kwestie worden verstrekt. De Commissie is zich ervan bewust dat de cijfers van UNHCR vaak hoger zijn dan de door de lidstaten verstrekte cijfers, waarschijnlijk als gevolg van verschillende criteria en methoden voor de gegevensverzameling. De Commissie onderzoekt derhalve hoe de verzamelingsmethoden kunnen worden verbeterd, teneinde de discrepanties tussen de statistieken in de toekomst te vermijden.

Het is de Commissie niet bekend dat naast België andere lidstaten formeel hebben verklaard voornemens te zijn elk asielverzoek van een onderdaan van een andere lidstaat in behandeling te nemen. Volgens de Commissie betekent het ontbreken van dergelijke verklaringen echter niet dat de lidstaten hun verplichtingen krachtens het Verdrag van Genève van 1951 niet willen nakomen. Integendeel, de Commissie heeft in haar antwoord op mondelinge vraag H-600/97, die tijdens het vragenuur van de plenaire vergadering van het Parlement in september 1997 ((Handelingen van het Parlement (september 1997) )) door de heer Sjöstedt werd gesteld, duidelijk gemaakt dat, hoewel zij de opneming van het protocol inzake asiel voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie in het Verdrag van Amsterdam betreurde, in de preambule van dit protocol tot haar voldoening uitdrukkelijk wordt verklaard dat de uiteindelijke doelstellingen van het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen worden geëerbiedigd ((Europees Parlement, Volledig verslag der vergaderingen van 16.9.1997, blz. 69. )).