Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3793/97 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Blokkades op de Franse wegen: procedure voor de evaluatie van de schade

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3793/97 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Blokkades op de Franse wegen: procedure voor de evaluatie van de schade

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3793/97 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Blokkades op de Franse wegen: procedure voor de evaluatie van de schade

Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0055


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3793/97 van José García-Margallo y Marfil (PPE) aan de Commissie (26 november 1997)

Betreft: Blokkades op de Franse wegen: procedure voor de evaluatie van de schade

De wegblokkades door Franse vrachtwagenchauffeurs worden een steeds terugkerend verschijnsel, dat in strijd is met de communautaire mededingingsregels aangezien het vrije verkeer van goederen in de Europese Unie erdoor wordt belemmerd. De schade voor de intracommunautaire handel is enorm en heeft aanleiding gegeven tot protest van landen als Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland. De Spaanse vervoerdersorganisaties hebben berekend dat de vervoersondernemingen als gevolg van de blokkades elke dag meer dan 2,5 miljard peseta's verlies lijden.

Tot dusver hebben de Franse autoriteiten geen enkele maatregel genomen om een einde te maken aan de blokkades door de Franse vrachtwagenchauffeurs, die meestal gepaard gaan met gewelddadige acties tegen vrachtwagens die groenten en fruit uit Spanje vervoeren. De autoriteiten hebben echter wel beloofd de door de slachtoffers geleden schade te vergoeden.

Ondanks deze belofte zijn er van de 2.749 verzoeken om schadevergoeding die tot september ll. door Britten, Spanjaarden, Duitsers, Portugezen en Belgen werden ingediend, slechts 737 (26,8 %) behandeld. Slechts 124 aanvragen (4,51 % van het totaal) kregen een gunstig gevolg. Van de 500 verzoeken die door Spaanse burgers bij de Franse rechtbanken zijn ingediend, is er slechts één goedgekeurd.

De Franse autoriteiten verklaren de trage behandeling van de schadegevallen met het argument dat hun rechtsstelsel het rechtbanken alleen mogelijk maakt schadevergoeding toe te kennen wanneer er concrete bewijzen kunnen worden gevonden voor de schade aan de voertuigen of de lading, hetgeen niet gemakkelijk is. Zo bestaat er geen mogelijkheid het enorme verlies in te schatten dat wordt veroorzaakt omdat ladingen aan de grens geblokkeerd blijven, ook al is er geen sprake van fysiek geweld.

Is de Commissie voornemens een evaluatiesysteem uit te werken dat een objectieve beoordeling van de geleden schade en doeltreffende schadeloosstelling van de slachtoffers mogelijk maakt?

Gecombineerd Antwoord op de schritftelijke vragen E-3793/97, E-3794/97, E-3795/97, E-3796/97, E-3797/97, E-3798/97 en E-3799/97 van de heer Kinnock namens de Commissie (30 januari 1998)

Er is geen juridische grondslag voor ingrijpen door de Commissie in een nationaal geschil tussen werkgevers en vakbonden. De Commissie erkent dat het stakingsrecht is opgenomen als fundamenteel sociaal recht in het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden uit 1989 (punt 13).

Als hoedster van de Verdragen ziet de Commissie erop toe dat het vrije verkeer van goederen en personen geen onterechte belemmeringen ondervindt die het functioneren van de interne markt ernstig zouden verstoren. Tenzij blijkt dat een lidstaat zijn plicht verzaakt om het vrije verkeer van goederen en personen overeenkomstig het Verdrag in stand te houden, kan de Commissie evenwel niet optreden.

Schadevergoeding behoort eveneens tot de nationale bevoegdheid en hoewel de Commissie zich ernstig zorgen maakt over de door de vervoerders ondervonden problemen, bevindt zij zich niet in een positie om hierin verandering te brengen.

De Commissie is niet van plan een studie uit te voeren van de kosten van de wegblokkades voor de Europese economieën. Zij is echter altijd bereid om met de betrokken instanties samen te werken bij het zoeken naar oplossingen die voor alle partijen bevredigend zijn. Zo hebben commissarissen er bij verschillende gelegenheden bij Franse ministers schriftelijk op aangedrongen al het nodige te doen om het vrije verkeer op hun wegennet te waarborgen. Bovendien heeft de Commissie zowel de Franse overheid als de wegvervoersorganisaties verzocht werk te maken van de schadeclaims.

De sociale aspecten van het wegvervoer in de Gemeenschap zijn geregeld bij Verordening (EEG) nr. 3820/85 over rijtijden en rusttijden voor bestuurders ((PB L 370 van 31.12.1985. )) en Richtlijn 88/599/EEG betreffende standaardprocedures voor de controle van de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3820/85 en Verordening (EEG) nr. 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer ((PB L 325 van 29.11.1988. )). Bovendien vallen sommige kwesties nog steeds onder het nationale recht. De uiteenlopende regels en praktijken die in de Gemeenschap nog bestaan, leiden tot aanzienlijke verschillen in de concurrentievoorwaarden.

In het Witboek over de van de richtlijn betreffende de arbeidstijd uitgesloten sectoren en activiteiten ((COM(97) 334 def. )) wordt dan ook ingegaan op het voornemen van de Commissie om begin 1998 met een voorstel te komen voor wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 om het begrip arbeidstijd in deze wetgeving op te nemen door bepalingen in te voeren inzake het laden en lossen en andere activiteiten die door bestuurders worden uitgevoerd. Het uiteindelijke doel zal zijn zowel de regels als de handhavingssystemen te harmoniseren.