SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4120/97 van Patricia McKENNA aan de Commissie. Onregelmatige stort van kernafval te Dounreay (Schotland)
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4120/97 van Patricia McKENNA aan de Commissie. Onregelmatige stort van kernafval te Dounreay (Schotland)
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4120/97 van Patricia McKENNA aan de Commissie. Onregelmatige stort van kernafval te Dounreay (Schotland)
Publicatieblad Nr. C 323 van 21/10/1998 blz. 0007
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4120/97 van Patricia McKenna (V) aan de Commissie (16 januari 1998)
Betreft: Onregelmatige stort van kernafval te Dounreay (Schotland)
AEA Technology, de Britse maatschappij die het kerncomplex van Dounreay (Schotland) exploiteert, heeft onlangs toegegeven dat een grootscheepse schoonmaakactie van een radioactieve stortplaats naast het fabrieksterrein moet worden gehouden. Naar verluidt is meer dan 1.000 ton radioactief afval in een schacht gestort die men in de nabijgelegen rotswand van de kust had gegraven.
Dit storten lijkt lukraak en grotendeels ongecontroleerd te hebben plaatsgevonden, terwijl er geen volledige lijst van de gestorte stoffen is bijgehouden. Hoewel er al in 1959 met storten op deze plaats begonnen is, zijn bijzonderheden daarover pas 20 jaar later aan het licht gekomen. Ook heeft de leiding van de fabriek het feit verdoezeld dat in 1977 in deze schacht een explosie heeft plaatsgevonden, die althans gedeeltelijk de oorzaak wordt geacht van de honderden "hot spots¨ die later op de stranden in de buurt werden vastgesteld.
Is de Commissie in enig contact met de Britse autoriteiten over deze stortplaats getreden? Zo ja, kan zij hierover bijzonderheden verstrekken?
Is de Commissie voornemens controle en supervisie uit te oefenen bij het opstellen en uitvoeren van een schoonmaakprogramma voor de stortplaats? Heeft zij enige voorkeur voor de wijze waarop het gestorte materiaal dient te worden behandeld?
Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie (13 februari 1988)
In het eerste halfjaar van 1997 hebben vertegenwoordigers van de Commissie een ontmoeting gehad met kaderpersoneel van de UKAEA (United Kingdom Atomic Energy Authority). Bij die gelegenheid kwam de kwestie van de schacht met middel-actief afval ter sprake. Sedertdien werden de Britse instanties om aanvullende informatie verzocht over de plannen voor het verwijderen, opwerken en opbergen van het afval uit de schacht, met inbegrip van evaluaties van de daadwerkelijke en potentiële milieueffecten van dit afval. Wat de vermeende "hot spots¨ betreft, werden er slechts in twee instanties radioactieve deeltjes aangetroffen op stranden die toegankelijk zijn voor het publiek.
De Commissie heeft geen speciale voorkeur voor een bepaalde behandelingswijze voor het afval en zij verwacht evenmin te worden betrokken bij de supervisie en uitvoering van een schoonmaakprogramma. Al naar gelang van het gekozen procédé, dient er wellicht een plan te worden ingediend krachtens artikel 37 van het Euratom-Verdrag, terwijl er een milieueffectbeoordeling nodig kan zijn voor een eventuele nieuwe opbergfaciliteit (Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG ((PB L 73 van 14.3.1997. ))).