Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4129/97 van Maartje van PUTTEN aan de Commissie. Humanitaire situatie in Sierra Leone

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4129/97 van Maartje van PUTTEN aan de Commissie. Humanitaire situatie in Sierra Leone

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4129/97 van Maartje van PUTTEN aan de Commissie. Humanitaire situatie in Sierra Leone

Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0128


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-4129/97 van Maartje van Putten (PSE) aan de Commissie (5 januari 1998)

Betreft: Humanitaire situatie in Sierra Leone

Op 7 november berichtte het World Food Programme dat in Sierra Leone 200.000 mensen met hongersnood worden bedreigd. Naar schatting een veelvoud daarvan is ontheemd en op de vlucht voor het geweld in het land.

1. a) Welke zijn de bevindingen van de missie die het European Commission Humanitarian Office in september heeft uitgevoerd naar Guinea en de grens met Sierra Leone?

b) Hoe beoordeelt de Commissie de ontwikkelingen in de politieke en humanitaire situatie in Sierra Leone sinds september?

2. a) Is er naar het oordeel van de Commissie voor de bevolking van Sierra Leone voldoende noodhulp beschikbaar?

b) Welke rol speelt de EU in de verstrekking van die hulp en welke problemen doen zich daarbij voor?

c) Welke hulp biedt de EU aan landen in de regio die vluchtelingen uit Sierra Leone opvangen?

3. a) Ziet de Commissie mogelijkheden voor een bemiddelende rol van de EU bij het ten uitvoer brengen van het Conakry Vredesakkoord, in het bijzonder ten aanzien van de ontwapeningsafspraken?

b) Zo niet, wat is dan het scenario dat de Commissie rond de naleving van het akkoord voor zich ziet?

Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie (29 januari 1998)

Sinds de ondertekening van de vredesakkoorden van Conakry op 22 oktober 1997 is het staakt-het-vuren tussen de Junta (ASRC - gewapende revolutionaire troepen), de RUF (verenigde revolutionaire fronten) en de troepen van ECOMOG (de controlegroep van de economische gemeenschap van de landen van West-Afrika (ECOWAS) gehandhaafd. De situatie blijft echter uiterst verwarrend en zeer precair. Er zijn allerlei onderhandelingen gaande tussen AFRC, Liberianen en Nigerianen. De Zweedse ambassadeur bij de Verenigde Naties en voorzitter van het Sanctiecomité heeft met alle partijen gesproken om het vredesproces te bespoedigen en te bepalen welk type bijstand de Verenigde Naties zouden kunnen verlenen. Geconstateerd moet worden dat de voor 1 december 1997 geplande ontwapening en demobilisatie op een dood punt zijn aangeland. In feite zijn ontwapening en de demobilisatie onuitvoerbaar zolang er geen daadwerkelijk vredesakkoord ter plaatse is. Het gebrek aan de wil om voortgang te boeken zal leiden tot uitstel van de geplande termijnen.

Sinds de staatsgreep verslechtert de situatie van de bevolking van Sierra Leone als gevolg van de steeds grotere onveiligheid en de directe en indirecte gevolgen van het embargo. Het effect van humanitaire hulp op deze situatie is afhankelijk van de toegang tot de zwaarst getroffen gebieden en bevolkingsgroepen, maar ook van de ter plaatse beschikbare middelen. Het is dan ook van vitaal belang dat snel voeding en medicamenten kunnen worden geleverd. Grensoverschrijdende operaties zijn nog steeds geblokkeerd om redenen die verband houden met de modaliteiten van de uitvoering van het embargo.

Er zijn op dit moment geen massale volksverhuizingen, maar uit het feit dat gezinnen uit angst voor hun veiligheid vertrekken uit enerzijds Freetown en anderzijds de plattelandsgebieden kan worden opgemaakt dat de mensen hun toevlucht zoeken in de bush. Dorpen lopen leeg en de grote wegen worden steeds onveiliger. Er lijkt geen vlucht naar de buurlanden te zijn.

Gedurende de gehele crisis is de Commissie aanwezig geweest, en uiterst actief, via humanitaire financieringen ter waarde van 3,7 miljoen ecu in 1997, vooral in de sector gezondheidszorg, via het internationale comité van het Rode Kruis en andere NGO's. Het huidige probleem schuilt niet in de kwantiteit, maar in de kwaliteit van de aan de bevolking geboden hulp. Het is van belang een tamelijk laag hulpniveau te handhaven om misbruik te voorkomen en aldus een oorlogsinspanning te steunen. Daarentegen zijn gerichte programma's zeer effectief en positief voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Wat het voedsel betreft, zijn de nodige hulpbronnen aanwezig in Guinea, maar deze zijn geblokkeerd aan de grens. Het begin 1997 door de Commissie in het leven geroepen voedselhulp-comité zorgt voor een uitstekende coördinatie tussen de humanitaire hulporganisaties.

De regionale organisatie Ecowas (Economic Community of West African States) heeft een comité van vijf (Nigeria, Ghana, Guinea, Liberia, Ivoorkust) benoemd tot officieel bemiddelaar in de crisis in Sierra Leone. Als zodanig heeft dit comité de vredesovereenkomst van Conakry van 23 oktober 1997 mede ondertekend. De Gemeenschap steunt de inspanningen van het Ecowas-Comité bij het zoeken naar een oplossing voor de crisis. De Commissie heeft de wettige regering van president Kabbah zowel politieke als praktische steun aangeboden bij de uitvoering van de vredesovereenkomst. Een bijstandsprogramma voor de vluchtelingen uit Sierra Leone in Guinea wordt momenteel overwogen. Daarnaast wordt onderzocht hoe de demobilisatieprogramma's kunnen worden gesteund.