Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4175/97 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Cohesie- en cultuurbeleid

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4175/97 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Cohesie- en cultuurbeleid

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4175/97 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Cohesie- en cultuurbeleid

Publicatieblad Nr. C 196 van 22/06/1998 blz. 0092


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4175/97 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE) aan de Commissie (21 januari 1998)

Betreft: Cohesie- en cultuurbeleid

Kan de Commissie informatie verstrekken over de culturele modelprojecten die in de periode 1989-1993 en in de huidige programmeringsperiode (1994-1999) in het kader van artikel 10 van de EFRO-verordening werden gecofinancierd, met opgave van het land, de regionale doelstelling in het kader waarvan het project werd gefinancierd, alsmede de totale kosten en de communautaire cofinanciering?

Antwoord van mevrouw Wulf-Mathies namens de Commissie (5 maart 1998)

Modelprojecten voor interregionale samenwerking op cultureel gebied zijn voor het eerst opgezet in het kader van de programmering voor artikel 10 van de Verordening betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling ((PB L 193 van 31.7.1993. )) voor de periode 1994-1999.

De belangrijkste reden om modelprojecten voor interregionale samenwerking op cultureel gebied op te zetten is dat zwakkere regio's in de Gemeenschap vaak beschikken over een cultureel erfgoed dat zeer belangrijk is, maar slecht wordt geëxploiteerd. Daarin kan verbetering worden gebracht door met andere lagere overheden een netwerk te vormen dat erop is gericht van elkaar te leren, kennis aan elkaar over te dragen en het culturele erfgoed een rol te laten spelen in de economische ontwikkeling van het betrokken gebied.

De modelprojecten voor interregionale samenwerking met culturele inslag passen dus in het cohesiebeleid.

In september 1995 is in het Publicatieblad ((PB C 253 van 29.9.1995. )) een oproep tot het indienen van voorstellen (nr. 95/C 253/11) opgenomen. De Commissie heeft vervolgens 265 voorstellen ontvangen en heeft daaruit 32 projecten geselecteerd.

Van de samenwerkingsnetwerken moesten plaatselijke of regionale overheden uit drie à zes regio's in ten minste drie lidstaten deel uitmaken. Het aantal aan een netwerk deelnemende regio's van doelstelling 1, 2, 5b of 6 mocht geen minderheid van het totale aantal deelnemers uitmaken. Voor deze modelprojecten is in totaal 15 miljoen ecu uitgetrokken. De communautaire medefinanciering bedraagt ten hoogste 600.000 ecu per project.

Tot de belangrijkste thema's voor samenwerking in het kader van de gekozen projecten behoren bijvoorbeeld de valorisatie van het culturele erfgoed, de overdracht van kennis met het oog op restauraties, de realisering van culturele routes en het gebruik van nieuwe informatietechnologie voor het creëren van een virtueel museum.

Op basis van de geografische herkomst van de netwerkcoördinator kunnen de modelprojecten voor interregionale samenwerking op cultureel gebied als volgt worden verdeeld:

>TABLE>

De 32 modelprojecten voor interregionale samenwerking op cultureel gebied zijn op 1 januari 1997 van start gegaan en hebben een looptijd van twee jaar.

Op initiatief van de Commissie is een Internet-site gecreëerd. Deze geeft een overzicht van de 32 modelprojecten, van de samenwerkingsthema's, van de netwerkdeelnemers en van de belangrijkste financiële gegevens. Het adres van deze site is http:\\www.aeidl.be\art10\.