Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4181/97 van Karin JÖNS aan de Commissie. Grondslag voor de berekening van de landbouwelementen voor de invoer van goederen van de GN- code 2005 80 00

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4181/97 van Karin JÖNS aan de Commissie. Grondslag voor de berekening van de landbouwelementen voor de invoer van goederen van de GN- code 2005 80 00

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4181/97 van Karin JÖNS aan de Commissie. Grondslag voor de berekening van de landbouwelementen voor de invoer van goederen van de GN- code 2005 80 00

Publicatieblad Nr. C 223 van 17/07/1998 blz. 0067


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4181/97 van Karin Jöns (PSE) aan de Commissie (21 januari 1998)

Betreft: Grondslag voor de berekening van de landbouwelementen voor de invoer van goederen van de GN-code 2005 80 00

Met verordening (EG) nr. 1359/95 ((PB L 142 van 26.6.1995, blz. 1.)) van 13 juni 1995 traden op 1 juli 1995 gewijzigde grondslagen voor de berekening van de landbouwelementen o.a. ook voor de invoer van goederen van de GN-code 2005 80 00 in werking. Deze wijziging werd op 1 januari 1997 met verordening (EG) nr. 2445/96 ((PB L 333 van 21.12.1996, blz. 5.)) van 17 december 1996 weer afgeschaft.

Kan de Commissie mededelen:

1. welke lidstaten gedurende de gehele onderhavige periode of gedurende kortere perioden van 1 juli 1995 tot 31 december 1996 niet het eigen gewicht (netto gewicht) maar nog steeds het uitlekgewicht als grondslag voor de berekening van landbouwelementen bij de invoer van goederen van GN-code 2005 80 00 uit derde landen of buiten de contingenten in het kader van preferentiële akkoorden (verordening (EG) nr. 1459/95 ((PB L 146 van 30.6.1995, blz. 1.)) van 27.6.1995 voor de invoer uit Polen en Hongarije, verordening (EG) nr. 1937/95 ((PB L 186 van 5.8.1995, blz. 11.)) van 4.8.1995 voor de invoer uit Zwitserland) hebben gebruikt en derhalve alleen op basis van het uitlekgewicht landbouwinvoerrechten hebben geheven,

2. welk verschil dit heeft gemaakt ten laste van de communautaire begroting,

3. of zij de desbetreffende lidstaten ondertussen heeft verzocht om een naheffing van het verschil tussen de op basis van het uitlekgewicht en het eigen gewicht berekende rechten,

4. of zij ondertussen deze verschillen volgens de regels heeft ontvangen,

5. welke lidstaten deze verschillen niet hebben overgemaakt?

Antwoord van de heer Bangemann namens de Commissie (6 maart 1998)

De mobiele elementen die tot 30 juni 1995 van toepassing waren op de invoer van suikermaïs onder GN-code 2005 80 00 ((Alsmede voor suikermaïs onder de GN-codes 07104000, 07119030, 20019030, 20049010, voor maïs, andere dan suikermaïs onder GN-code 2008 99 85, broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten onder de GN-codes 20019040 en 20089991.)), werden berekend op basis van het netto-uitlekgewicht van deze goederen. Deze berekeningsmethode was vastgesteld in een voetnoot van elke kwartaalverordening tot vaststelling van de mobiele elementen in kwestie tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3448/93 van de Raad tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen ((PB L 318 van 20.12.1993.)).

Deze voetnoot is evenwel niet overgenomen in het aanbod van de Gemeenschap bij de tarifering van de mobiele elementen tijdens de onderhandelingen in het kader van de Uruguay-Ronde.

Vanaf 1 juli 1995 zijn de mobiele elementen in overeenstemming met de overeenkomst inzake de landbouw vervangen door specifieke bedragen (agrarische elementen) die vermeld zijn in bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ((PB L 256 van 7.9.1987.)), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1359/95 ((PB L 142 van 26.6.1995.)). Deze bedragen worden op basis van het nettogewicht berekend ((Gedefinieerd als het eigen gewicht van het goed ontdaan van al zijn bergingsmiddelen en verpakkingen.)).

De meer specifieke vragen van het geachte parlementslid kunnen als volgt worden beantwoord:

1. De Commissie is niet op de hoogte van heffingen door de lidstaten (met uitzondering van die welke, ingevolge de genoemde overeenkomsten, in het kader van bepaalde preferentiële akkoorden van toepassing zijn) die niet op basis van het nettogewicht van de bewuste goederen worden berekend.

2. Het ziet er dan ook niet naar uit dat er een verschil ten nadele van de communautaire begroting is opgetreden. De Commissie kan niet beoordelen welk volume aan goederen zou zijn ingevoerd indien de specifieke bedragen vanaf 1 juli 1995 op basis van het netto-uitlekgewicht waren vastgesteld. Er kan dus niet worden bepaald of de totale ontvangsten voor de goederen in kwestie hoger of lager zijn dan bij een directe handhaving van de berekening op basis van het netto-uitlekgewicht het geval zou zijn geweest.

3.-5. Aangezien er, voor zover de Commissie weet, geen rechten zijn geheven die niet in overeenstemming zijn met het gemeenschappelijk douanetarief, worden deze vragen van iedere grond ontdaan.