SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4183/97 van Glenys KINNOCK aan dee Raad. Productie van en handel in wapens die als martelwerktuig kunnen dienen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4183/97 van Glenys KINNOCK aan dee Raad. Productie van en handel in wapens die als martelwerktuig kunnen dienen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4183/97 van Glenys KINNOCK aan dee Raad. Productie van en handel in wapens die als martelwerktuig kunnen dienen
Publicatieblad Nr. C 223 van 17/07/1998 blz. 0069
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4183/97 van Glenys Kinnock (PSE) aan de Raad (22 januari 1998)
Betreft: Productie van en handel in wapens die als martelwerktuig kunnen dienen
Is de Raad het er niet mee eens dat wapens die als martelwerktuig kunnen dienen per definitie alleen worden gebruikt door landen waarin sprake is van inbreuken op de mensenrechten?
Is hij derhalve niet ook de mening toegedaan dat er onmiddellijk een einde moet komen aan de productie van en de handel in dergelijke martelwerktuigen door in de EU gevestigde bedrijven op grond van de criteria die de Raad in 1991 en 1992 ten aanzien van de wapenverkoop heeft aangenomen, en gezien onze verplichtingen overeenkomstig het VN-Verdrag tegen marteling en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling ter bestraffing?
Antwoord (11 mei 1998)
Het Geachte Parlementslid zal ongetwijfeld beamen dat men heel moeilijk precies kan vaststellen welke werktuigen en producten voor marteldoeleinden gebruikt kunnen worden. Geen van de relevante verdragen van de Verenigde Naties en de Raad van Europa geven een definitie van hetgeen onder "martelwerktuigen¨ moet worden verstaan. Het spreekt evenwel vanzelf dat alleen landen die de mensenrechten schenden, werktuigen zullen gebruiken om te martelen.
De acht criteria die de Europese Raad in juni 1991 in Luxemburg en in juni 1992 in Lissabon heeft aangenomen - onder meer de eerbiediging van de mensenrechten in het land van bestemming - zijn van toepassing op de export van wapens, en bijgevolg niet op alle goederen, ook niet die voor tweeërlei gebruik, die als martelwerktuigen dienst kunnen doen.
Een en ander neemt niet weg dat de lidstaten - en sommige doen dit ook - nationale maatregelen kunnen nemen om de export van bepaalde goederen (bv. een elektrische prikstok of een vergelijkbaar instrument dat pijn kan veroorzaken) te beperken of te verbieden, indien ze als martelwerktuigen gebruikt kunnen worden.
Op dit ogenblik bestudeert de Raad hoe de export van dergelijke tuigen het best op gecoördineerde wijze gecontroleerd kan worden.