Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4225/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Internet en pedofilie

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4225/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Internet en pedofilie

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4225/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Internet en pedofilie

Publicatieblad Nr. C 223 van 17/07/1998 blz. 0074


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4225/97 van Cristiana Muscardini (NI) aan de Commissie (21 januari 1998)

Betreft: Internet en pedofilie

De pers wordt steeds vaker overstroomd met berichten over seksuele misdrijven waarbij minderjarigen van beide geslachten worden betrokken door misdaadorganisaties die soms schuil gaan onder schijnbaar onschuldige en vagelijk culturele benamingen. Onlangs is ontdekt dat het telematische netwerk Internet wordt gebruikt door verenigingen van pedofielen om reclame te maken voor pornografische catalogi en foto's van minderjarigen van alle nationaliteiten die op listige wijze kunnen worden aangelokt voor schandelijke doeleinden.

Kan de Commissie naar aanleiding van de wederopleving van deze verschijnselen mededelen:

1. of zij het niet wenselijk acht de nodige stappen te ondernemen om het gebruik van Internet voor deze doeleinden te verhinderen,

2. of zij niet vindt dat in het kader van de VN of door rechtstreekse contacten met de VS overeenkomsten moeten worden vastgesteld om te voorkomen dat in Internet op te nemen "plaatsen¨ anoniem zijn, ten einde te verhinderen dat diegenen die verantwoordelijk zijn voor deze mensenrechtschendingen en misdrijven tegenover minderjarigen zich aan hun hatelijke verantwoording onttrekken,

3. of zij niet meent dat het ogenblik is gekomen voor een ethische bewustwording gevolgd door operationele keuzen, ten einde zonder enige huichelarij de in ieder geval te beschermen vrije meningsuiting nauwkeurig te scheiden van de vrijheid om op alle mogelijke manieren, met inbegrip van technologische, iedere morele regel te overtreden, met name ten aanzien van de fundamentele rechten van minderjarigen die geen enkel geweld van enigerlei aard moeten ondergaan?

Antwoord van de heer Bangemann namens de Commissie (12 maart 1998)

1. De Commissie is op de hoogte van de door het geachte Parlementslid genoemde problemen, en deelt haar bezorgdheid. De Commissie houdt zich met deze vraagstukken al meer dan twee jaar actief bezig en heeft onlangs een voorstel voor een actieplan ter bevordering van het veilige gebruik van Internet ((PB C 48 van 13.2.1998. )) en een voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid in de context van de audiovisuele en informatiediensten ((COM(97) 570 def. )) aangenomen

2. Het actieplan biedt een grondslag voor medefinanciering door de Gemeenschap van een Europees netwerk van meldpunten voor illegale inhoud zoals kinderpornografie, voor Europese filter- en beoordelingssystemen en voor bewustmakingsactiviteiten. Het actieplan biedt ook steun voor maatregelen krachtens de aanbeveling van de Raad voor de Europese coördinatie van zelfreguleringsactiviteiten op nationaal niveau. Deze twee regelingen zullen tevens tot meer internationale samenwerking leiden.

3. De Commissie heeft verder actief deelgenomen aan de besprekingen van de Raad krachtens de derde pijler, en aan de besprekingen van de Acht (Canada, Japan, Rusland en de Verenigde Staten alsmede Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk) over de ontwikkeling van wettelijke en technische mechanismen die het mogelijk maken internationaal tijdig op te treden tegen computercriminaliteit. De Commissie is betrokken bij de uitvoering van het door de Europese Raad in Amsterdam goedgekeurde actieplan ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit, dat een aanbeveling bevat om het criminele gebruik van nieuwe technologieën tegen te gaan.

4. Een en ander zal er in belangrijke mate toe bijdragen dat de verspreiding van kinderpornografie op het Internet wordt ontmoedigd.