Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 584/97 van Alexandros ALAVANOS aan dee Raad. Vervolging van prominente oppositieleden in Albanië

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 584/97 van Alexandros ALAVANOS aan dee Raad. Vervolging van prominente oppositieleden in Albanië

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0584/97 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Raad (25 februari 1997)

Betreft: Vervolging van prominente oppositieleden in Albanië

Op instigatie van de regering hebben de gerechtelijke instanties in Albanië de leiders van de oppositie in staat van beschuldiging gesteld. Het gaat met name om Recet Meydani van de Socialistische Partij, Skender Gjinushi van de Sociaal-Democratische Partij, Arben Imami van de Democratische Alliantie en andere partijleiders. Zij worden ervan beschuldigd rechtstreeks verantwoordelijk te zijn voor de gewelddadige incidenten na de ineenstorting van de pyramidefondsen, waarvoor het Internationaal Monetair Fonds de Albanese regering nochtans had gewaarschuwd.

Het politieke bestel in Albanië loopt mank, omdat er in feite geen deugdelijke grondwet bestaat. Er zij voorts aan herinnerd dat het Europees Parlement herhaaldelijk resoluties heeft aangenomen over de mensenrechten in Albanië en de vrijlating van de heer Fatos Nano, leider van de Socialistische Partij, die ondanks internationale druk nog steeds gevangen zit. Wat zal de Raad concreet ondernemen om ervoor te zorgen dat het regime zich niet langer schuldig maakt aan deze nieuwe, onaanvaardbare gevallen van vervolging, dat Fatos Nano wordt vrijgelaten, dat er opnieuw een democratische grondwet komt en dat alle democratische vrijheden in Albanië weer worden geëerbiedigd?

Antwoord (14 juli 1997)

Het verheugt de Raad dat President Berisha op 16 maart 1997 gratie heeft aangekondigd voor de heer Fatos Nano na diens vrijlating uit de gevangenis samen met andere gevangenen, nadat de Albanese Minister van Justitie had vastgesteld dat hun veiligheid niet langer kon worden gegarandeerd wegens de in het land heersende anarchie.

De Raad is van oordeel dat de vorming van een regering van nationale verzoening de weg heeft gebaand voor de terugkeer naar een functionerende democratie en rechtsstaat in Albanië.

De Raad is actief betrokken bij de inspanningen om Albanië te helpen terug te keren naar politieke stabiliteit, nieuwe verkiezingen in juni voor te bereiden en de interne veiligheid te herstellen. Ook helpt de Raad bij het verlenen van humanitaire hulp en bij de samenwerking met de internationale financiële instellingen om bredere economische hervormingen te ondersteunen.

Deze inspanningen worden hoofdzakelijk verricht via de internationale adviesmissie in Albanië, waartoe de Raad het initiatief heeft genomen en die is opgezet in het coördinatiekader van de OESO om advies uit te brengen over aangelegenheden op humanitair, economisch, politiek en veiligheidsgebied. De civiele inspanningen vereisen permanente samenwerking en coördinatie door de internationale instanties, zoals de Unie, de OVSE en de Raad van Europa, die elk hun rol spelen op hun eigen bevoegdheidsgebieden.