Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 919/97 van Glyn FORD aan de Commissie. Inflatiecorrectie in pensioenfondsen van ondernemingen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 919/97 van Glyn FORD aan de Commissie. Inflatiecorrectie in pensioenfondsen van ondernemingen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0919/97 van Glyn Ford (PSE) aan de Commissie (12 maart 1997)

Betreft: Inflatiecorrectie in pensioenfondsen van ondernemingen

Kan de Commissie meedelen welke richtsnoeren er bestaan op het punt van de effecten van de inflatie op de pensioenfondsen van ondernemingen? Het gaat met name om de vraag of de bestaande wettelijke regelingen voorzien in een bescherming tegen een inflatie tot 4 of 5% (in het onderhavige geval gaat het om een pensioen van British Aerospace).

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (25 april 1997)

Voor pensioenregelingen van ondernemingen bestaan op communautair niveau geen specifieke richtsnoeren of wetten. Pensioenvoorzieningen zijn veeleer een zaak van de lidstaten. De ontwikkeling ervan heeft in elke lidstaat aanleiding gegeven tot zeer uiteenlopende benaderingen.

In bepaalde lidstaten schrijft de wetgeving inzake aanvullende pensioenen voor dat rekening wordt gehouden met de inflatie bij de uitkering van uitgestelde pensioenen aan voormalige werknemers van de onderneming die de beheerder is van de pensioenregeling. De Commissie begrijpt dat dit het geval is voor beroepspensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk. Wanneer een lid van een bedrijfspensioenregeling het bedrijf verlaat en niet zorgt dat de toegenomen waarde van de uitkering naar een andere regeling wordt overgebracht, moet de uitgestelde uitkering van het lid met 5% per jaar, of, met het inflatiepercentage indien dat lager is, worden verhoogd.

Leden van een beroepspensioenregeling met vragen betreffende hun pensioenrechten zouden voor informatie hieromtrent contact op moeten nemen met de beheerder van de regeling in kwestie of zouden de zaak met hun juridische adviseurs moeten bespreken.