Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1180/97 van Gianni TAMINO aan de Commissie. Eerste Italiaans octrooi van een oncomuis

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1180/97 van Gianni TAMINO aan de Commissie. Eerste Italiaans octrooi van een oncomuis

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1180/97 van Gianni Tamino (V) aan de Commissie (3 april 1997)

Betreft: Eerste Italiaans octrooi van een oncomuis

Het Italiaanse octrooi- en merkenbureau van het Ministerie van Industrie heeft het Instituut voor biomoleculair onderzoek Angeletti N.V. op 3 december 1996 het octrooi nr. 1.265.794 verleend, hetgeen het eerste octrooi is voor een genetisch gemanipuleerd dier, t.w. de oncomuis die is voorbestemd om leverkanker te krijgen.

De artikelen 52 en 53 van het Europees Octrooiverdrag dat in 1973 in München is ondertekend bepalen dat geen octrooi mag worden verleend voor plante- en dieresoorten, terwijl er geen enkele Italiaanse of Europese wet is die bepaalt dat door genetische manipulatie verkregen plante- of dieresoorten van genoemde verdragsartikelen zijn uitgesloten. Integendeel werd zelfs een voorstel voor een richtlijn betreffende deze kwestie op 1 maart 1995 door het EP verworpen en werd gepleit voor het verbod van de octrooieerbaarheid van genetisch gemodificeerde organismen.

Vindt de Commissie niet dat het besluit van het Italiaanse octrooibureau in strijd is met de uitspraken van tot nu toe van het EP en met het Verdrag van München, waarbij tevens zij overwogen dat een nieuw voorstel voor een richtlijn momenteel in het EP wordt behandeld en dat dit ook aan het Europees Octrooibureau is gevraagd, maar hierop nog geen antwoord is ontvangen in afwachting van de codificering van deze delicate kwestie die niet alleen juridische, maar ook ethische en wetenschappelijke problemen opwerpt?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (14 mei 1997)

In antwoord op de vraag van het geachte Parlementslid wil de Commissie onderstrepen dat zij geenszins bevoegd is om te oordelen of een door een nationaal octrooibureau genomen besluit beantwoordt aan de wensen van het Parlement, en of het in overeenstemming is met de bepalingen van het Verdrag van München betreffende de verlening van Europese octrooien.

In verband met het nieuwe voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wettelijke bescherming van biotechnologische uitvindingen ((Doc. COM(95)661. )) merkt de Commissie op dat in het voorstel enerzijds een artikel is opgenomen waarin de octrooieerbaarheid van planten en dieren wordt bevestigd, en anderzijds ook een artikel is opgenomen waarin de ethische dimensie van de octrooieerbaarheid van dieren wordt behandeld. Voorts worden in het voorstel, op grond van het criterium dat uitvindingen waarvan de toepassing strijdig zou zijn met de openbare orde of met de goede zeden worden uitgesloten, "de werkwijzen tot wijziging van de genetische identiteit van dieren die geëigend zijn deze te doen lijden of bij deze lichamelijke schade teweeg te brengen zonder aanzienlijk nut voor mens of dier, alsmede de dieren die uit dergelijke werkwijzen zijn verkregen, en zonder dat het bij de dieren veroorzaakte lijden of de aan de dieren toegebrachte lichamelijke schade in verhouding staan tot het nagestreefde doel¨ niet-octrooieerbaar geacht.

In het kader van de medebeslissingsprocedure zal het Parlement zijn standpunt ten aanzien van het voorstel van de Commissie kunnen uiteenzetten.