Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1372/97 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Experimenten met dieren voor onderzoek naar mariene biotoxines in tweekleppige weekdieren

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1372/97 van Daniel VARELA SUANZES- CARPEGNA aan de Commissie. Experimenten met dieren voor onderzoek naar mariene biotoxines in tweekleppige weekdieren

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1372/97 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE) aan de Commissie (21 april 1997)

Betreft: Experimenten met dieren voor onderzoek naar mariene biotoxines in tweekleppige weekdieren

Uit persberichten zou blijken dat de Commissie overweegt om de invoering van een verbod op experimenten met dieren voor onderzoek naar mariene biotoxines (DSP, PSP en ASP) voor onbepaalde tijd uit te stellen.

1. Zijn deze berichten juist?

2. Acht de Commissie het niet nuttig zelf alternatieve methodes te valideren?

3. Is zij niet van mening dat dit gezien de vooruitgang die de laatste jaren op dit gebied is geboekt, gezien de valideringsperspectieven, gezien de financiering van het onderzoek en gezien de werkzaamheden van het communautair referentielaboratorium voor mariene biotoxines met het oog op de validering van alternatieve methodes momenteel een van de prioriteiten van dit laboratorium zou moeten zijn?

4. Vindt zij dat remming door fosfatasen voor de beheersing van mariene biotoxines van het type DSP bij het onderzoek met betrekking tot tweekleppige weekdieren een geschikt alternatief is voor bio-experimenten met muizen? Kan deze methode worden gevalideerd? Zo ja, wat behelst de valideringsprocedure?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (29 mei 1997)

In Richtlijn 91/492/EEG ((PB L 268 van 24.9.1991. )) tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van levende tweekleppige weekdieren is bepaald dat de controle op het gehalte aan PSP ("paralytic shellfish poison¨) in de tweekleppige weekdieren moet worden uitgevoerd volgens de biologische analysemethode, eventueel in combinatie met een chemische methode voor het opsporen van saxitoxine. In geval van betwisting van de resultaten geldt als referentiemethode de biologische methode. Ook voor het opsporen van DSP ("diarrhetic shellfish poison¨) moet op grond van de richtlijn gebruik worden gemaakt van de gebruikelijke biologische analysemethoden.

De Commissie kan, na advies van het Permanent Veterinair Comité, ook andere analysemethodes erkennen waarvan kan worden aangetoond dat zij voor de bescherming van de gezondheid van de consument even doeltreffend zijn. Het communautair referentielaboratorium voor mariene biotoxines werkt nauw samen met de nationale referentielaboratoria en met de Commissie om nieuwe analysetechnieken waarvoor geen dierproeven worden gedaan, vast te stellen en te valideren.

De Commissie is niet van plan de in Richtlijn 91/492/EEG bedoelde analysetechnieken te verbieden, daar niet wetenschappelijk kan worden aangetoond dat de bescherming van de gezondheid van de consument bij toepassing van de alternatieve technieken in dezelfde mate kan worden gewaarborgd als bij toepassing van de traditionele technieken.