Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1454/97 van Per STENMARCK aan de Commissie. Auto's en nieuwe techniek voor uitlaatgascontrole

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1454/97 van Per STENMARCK aan de Commissie. Auto's en nieuwe techniek voor uitlaatgascontrole

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1454/97 van Per Stenmarck (PPE) aan de Commissie (28 april 1997)

Betreft: Auto's en nieuwe techniek voor uitlaatgascontrole

Voor de controle van de uitlaatgassen van nieuwe auto's wordt vanaf 1 januari van het jaar 2000 waarschijnlijk een nieuwe techniek ingevoerd. Deze nieuwe uitlaatgascontrole berust op een nieuwe technologie, die bekend staat onder de aanduiding ODB (On Board Diagnostics)-systeem.

In de VS is het ODB-systeem reeds ingevoerd en ook verplicht voor nieuwe automobielen. Hier heeft men bovendien een vrije toegang tot de gegevens en genormaliseerde aansluitingen ingevoerd.

In het voorstel van de Commissie voor een richtlijn over hetzelfde onderwerp zijn geen overeenkomstige bepalingen over een vrije toegang tot de genormaliseerde uitrusting opgenomen.

Is de Commissie bereid ernaar te streven dat de keuzevrijheid van de consument op het gebied van onderhoud en reparaties wordt gegarandeerd?

Antwoord van de heer Bangemann namens de Commissie (12 juni 1997)

De Commissie is het er volledig mee eens dat de informatie die het gekwalificeerde personeel van gefranchisede verdelers, niet-gefranchisede garages en hulpdiensten voor het wegverkeer in staat moet stellen defecten te diagnosticeren en met "on-board diagnostics¨-systemen (OBD) uitgeruste voertuigen te herstellen, vrij toegankelijk dient te zijn. OBD-systemen kunnen ervoor zorgen dat slecht functionerende mechanismen in voertuigen zo snel mogelijk worden gerepareerd en dat de uitstoot van verontreinigende stoffen binnen de perken blijft.

De Commissie heeft haar voorstellen inzake OBD dan ook gebaseerd op internationale standaardprotocollen voor OBD-systemen, dysfunctiecodes, scanners voor het "aflezen¨ van OBD-systemen en scanner-voertuig-connectoren. Dit moet garanderen dat alle voertuigen worden uitgerust met OBD-systemen die aan die normen beantwoorden en dat iedereen die over een standaardscanner beschikt, de gegevens van die OBD-systemen kan raadplegen om defecten te diagnosticeren. Door deze normalisatie wordt vermeden dat de eigenaar van een voertuig in zijn keuzevrijheid ten aanzien van het bedrijf waar hij zijn voertuig laat herstellen, wordt beperkt.

Omdat een OBD-systeem alleen de aanwezigheid van een defect onderdeel signaleert, zal de reparateur niettemin informatie (b.v. handleidingen voor het onderhoud) nodig hebben om te weten te komen wáár in het voertuig het betrokken onderdeel zich bevindt en hoe bij de herstelling of vervanging te werk moet worden gegaan. De voorwaarden die in de "groepsvrijstellingsverordening¨ (Verordening (EG) nr. 1475/95) ((PB L 145 van 29.6.1995. )) ten aanzien van selectieve afzet werden vastgesteld, houden in dat autofabrikanten de gegevens die noodzakelijk zijn voor het herstellen van voertuigen door niet tot hun normale distributienet behorende derden, beschikbaar moeten stellen.

Omdat de groepsvrijstelling in 2002 ten einde loopt, onderzoekt de Commissie thans de eventuele noodzaak van aanvullende wetgeving om te garanderen dat de voor reparaties vereiste OBD-informatie op de markt verkrijgbaar is voor alle betrokken en belanghebbende partijen. Dit moet ervoor zorgen dat de concurrentie in de sector van de reparatie van voertuigen in stand wordt gehouden, overeenkomstig de beginselen van de interne markt en de bescherming van de keuzevrijheid van de consument inzake reparaties.