Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1483/97 van Mihail PAPAYANNAKIS aan de Commissie. "Milieuvriendelijke" olijfpersen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1483/97 van Mihail PAPAYANNAKIS aan de Commissie. "Milieuvriendelijke" olijfpersen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1483/97 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie (30 april 1997)

Betreft: "Milieuvriendelijke¨ olijfpersen

Buitenlandse fabrikanten maken in Griekenland publiciteit voor olijfpersen die ze aanprijzen als "milieuvriendelijk in twee fasen¨. Aldus zou de gewenste modernisering van de olijfpersen een feit worden en zouden overeenkomstig verordening nr. 866/90/EEG ((PB L 91 van 6.4.1990, blz. 1. )) subsidies kunnen worden verkregen. Overeenkomstig verordening nr. 880/92/EEG ((PB L 99 van 11.4.1992, blz. 1. )) inzake een communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren kan echter geen enkele van deze olijfpersen worden beschouwd als "milieuvriendelijk¨ in de zin van bovengenoemde verordening, aangezien er voor dit soort machines nog geen "criteria¨ zijn vastgesteld. Het is begrijpelijk dat de publiciteit voor en de verkoop van deze als "milieuvriendelijk in twee fasen¨ aangeprezen machines op de markt voor heel wat beroering zorgt, om nog te zwijgen van de oneerlijke concurrentie die erdoor wordt veroorzaakt.

Is de Commissie hiervan op de hoogte? Zo ja, wat vindt zij ervan dat de markt voor machines die als "milieuvriendelijk in twee fasen¨ worden aangeprezen met communautaire middelen wordt gesubsidieerd, terwijl geen enkele van deze als "milieuvriendelijk in twee fasen¨ gesubsidieerde en geïnstalleerde centrifugaalmachines in feite zo functioneert dat er werkelijk van modernisering kan worden gesproken en terwijl de gebruikte formulering dermate onduidelijk is dat ze in dit concrete geval zelfs misleidend kan worden genoemd?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (19 juni 1997)

De investeringen in olijfoliefabrieken in Griekenland die in aanmerking komen voor communautaire steun op grond van de communautaire regeling ter verbetering van de verwerking en afzet van landbouwproducten ((Verordening (EEG) 866/90 van 29.5.1990, PB L 91 van 6.4.1990. )), hebben niet alleen verbetering van de kwaliteit van de olijfolie, maar ook bescherming van het milieu tot doel.

Een van de soorten investeringen die dat doel moeten helpen bereiken, is de modernisering van driefasenfabrieken door overschakeling op twee fasen. Volgens de nationale autoriteiten zal de betrokken apparatuur de door de olijfoliefabrieken geproduceerde hoeveelheid afval helpen verminderen doordat het tweefasenproces minder water vergt.

Aanvankelijk werd het betrokken type olijvenpers als "milieuvriendelijk¨ aangeduid. Om problemen op concurrentiegebied te voorkomen wordt nu echter gesproken over "persinstallaties met centrifugaalwerking¨ ((Circulaire van het Ministerie van Landbouw nr. 366935/2576/13.6.1995. )).

Hierbij dient overigens te worden aangetekend dat voor de modernisering van de olijfoliefabrieken in Griekenland niet alleen de bovenbedoelde apparatuur, maar ook elk ander type van olijvenpers mag worden gebruikt. De voorwaarde om voor steun in aanmerking te komen is dat de bestaande olijfoliefabriek al ten minste 10 jaar in bedrijf is.