SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1649/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Sluiting van de school voor tand- en mondheelkunde
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1649/97 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Sluiting van de school voor tand- en mondheelkunde
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1649/97 van Cristiana Muscardini (NI) aan de Commissie (14 mei 1997)
Betreft: Sluiting van de school voor tand- en mondheelkunde
In haar antwoorden op de vragen nr. 3592/96 ((PB C 186 van 18.6.1997, blz. 123 )), 3593/96 ((PB C 186 van 18.6.1997, blz 123 )) en 1522/96 ((PB C 356 van 25.11.1996, blz. 52. )) verklaart de Commissie onder meer dat er in het Gemeenschapsrecht onderscheid wordt gemaakt tussen het beroep van mondheelkundige en dat van tandheelkundige, waarvoor de opleidingen verschillend zijn, onder meer voor wat de post-doctorale specialisaties betreft. Er bestaan dan ook binnen het communautaire rechtsbestel afzonderlijke "tandartsenrichtlijnen¨ (78/686/EG ((PB L 233 van 24.8.1978, blz. 1. )) en 78/687/EEG ((PB L 233 van 24.8.1978, blz. 10. ))) naast de "artsenrichtlijnen¨ (richtlijn 93/16/EEG ((PB L 165 van 7.7.1993, blz. 1. )).
Tand- en mondheelkunde is derhalve een tak van de geneeskunde die ook op communautair niveau wordt erkend (richtlijn 93/16).
In artikel 1 van de Italiaanse wet 409/88 wordt bepaald dat tandheelkunde zowel door personen met een tandartsdiploma als door artsen en chirurgen met een specialisatie in tandheelkunde kan worden beoefend.
In Italië is als gevolg van het Ministerieel besluit D.M. 30/10/93 - waarbij de school voor specialisatie in tand- en mondheelkunde wordt opgeheven - en van het arrest van het Hof van Justitie (C 40/93 van 1.6.1995) - waarin wet 471/88 in strijd wordt verklaard met richtlijn 78/686 - de situatie ontstaan dat afgestudeerde artsen en chirurgen de facto elke toegang tot de activiteit, en derhalve tot het beroep van tand- en mondheelkundige, onmogelijk wordt gemaakt.
1. Is de Commissie niet van mening dat voornoemd D.M. 30/10/93 (houdende de rectificatie van de lijst van medische specialisaties) in strijd is met het communautaire recht, omdat bij dat besluit de school voor "medische¨ specialisatie in tand- en mondheelkunde wordt opgeheven, in toepassing van de "tandartsenrichtlijnen¨ (78/686 en 78/687)?
2. Meent de Commissie niet dat heropening van de school voor "medische¨ specialisatie in tand- en mondheelkunde, in toepassing van de "artsenrichtlijn¨ (93/16), uit het oogpunt van het communautaire recht de meest juiste oplossing zou vormen voor de scheefgetrokken situatie die in Italië is ontstaan als gevolg van de gelijktijdige effecten van het D.M. 30/10/93 en het arrest C40/93 van 1.6.1995?
Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (12 juni 1997)
1. Zoals reeds werd verklaard in het antwoord op de schriftelijke vraag E-1522/96 bevestigt de Commissie, enerzijds, dat de medische specialisatie mondheelkunde enkel onder de toepassing valt van de "artsenrichtlijn¨ 93/16/EEG en niet onder de werkingssfeer valt van de "tandartsenrichtlijnen¨ 78/686/EEG en 78/678/EEG, en dat, anderzijds, richtlijn 93/16/EEG geen afbreuk doet aan de bevoegdheid van de lidstaten om medische specialisaties in te voeren of af te schaffen. Bijgevolg heeft Italië geen inbreuk gepleegd op het gemeenschapsrecht, in casu richtlijn 93/16/EEG, door de specialisatie in tand- en mondheelkunde af te schaffen.
Wat betreft het feit dat wet 409/88, waarbij de richtlijnen 78/686/EEG en 78/678/EEG in nationaal recht worden omgezet, bepaalt dat tandheelkunde zowel door personen met een tandartsendiploma als door artsen en chirurgen met een specialisatie in tandheelkunde kan worden beoefend, is de Commissie van mening dat die laatste mogelijkheid niet in overeenstemming is met richtlijn 78/687/EEG. De Commissie heeft overigens in dit verband een procedure ingeleid tegen Italië, in het kader waarvan een schriftelijke ingebrekestelling is verstuurd.
2. Gelet op het feit dat richtlijn 93/16/EEG geen afbreuk doet aan de bevoegdheid van de lidstaten inzake de afschaffing of de creatie van medische specialisaties, dient de Commissie zich niet uit te spreken over de vraag of een heropening van de school voor specialisatie in tand- en mondheelkunde opportuun is, ten einde artsen en chirurgen in staat te stellen zich op dit gebied te specialiseren. Zelfs indien de school wordt heropend kunnen artsen en chirurgen die de specialisatie volgen in geen geval als tandartsen worden beschouwd in de zin van de richtlijnen 78/686/EEG en 78/678/EEG. Die personen blijven artsen en vallen uitsluitend onder de werkingssfeer van rchtlijn 93/16/EEG. In geen geval zouden zij zich dus kunnen beroepen op de toepassing van richtlijn 78/686/EEG om zich in een andere lidstaat te vestigen.