SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1675/97 van Glenys KINNOCK aan de Commissie. Humanitaire hulp aan Noord-Korea

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1675/97 van Glenys Kinnock (PSE) aan de Commissie (7 mei 1997)

Betreft: Humanitaire hulp aan Noord-Korea

Kan de Commissie meedelen of er plannen zijn om de humanitaire hulp aan Noord-Korea uit te breiden?

Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie (5 juni 1997)

De Commissie heeft de voorbije twee jaar aandachtig de ontwikkeling van de politieke en humanitaire situatie op het Koreaanse schiereiland gevolgd. Zij heeft tot op heden bijna 10 miljoen ecu toegekend voor humanitaire bijstand en voedselhulpprogramma's.

Na de alarmerende verslagen van verschillende waarnemers over de toestand op humanitair gebied in Noord-Korea tijdens de afgelopen maanden heeft de Commissie een onafhankelijk team van externe deskundigen gezonden om de humanitaire behoeften in dat land te evalueren.

Op basis van deze missie en verslagen van internationale deskundigen zoals het Wereldvoedselprogramma (WVP) is een gecoördineerde actie opgezet die voorziet in uitgebreide voedselhulp in het kader van het Programma van de Commissie inzake voedselzekerheid en humanitaire hulp voor kwesties die verband houden met de volksgezondheid.

Voor de voedselhulpactie, speciaal opgezet als een humanitaire actie, zal een tweeledige aanpak worden gevolgd. In de eerste plaats zal, in overeenstemming met het WVP, de nieuwe toewijzing van de overgebleven middelen van de multilaterale overeenkomst die de Commissie in 1996 met het WVP heeft gesloten, tezamen met de niet-geprogrammeerde hoeveelheden van 1997 ongeveer 65.000 ton voedselproducten met een waarde van 21,3 miljoen ecu opleveren. In de tweede plaats zal een nieuw besluit van de Commissie, waardoor ten laste van de begroting van 1997 nog eens 90.000 ton voedselhulp ter waarde van 25 miljoen ecu ter beschikking wordt gesteld, door het WVP in Noord-Korea bilateraal worden uitgevoerd namens de Commissie. De actie inzake volksgezondheid, waarmee een bedrag van 9,5 miljoen ecu is gemoeid, zal via multinationale agentschappen en niet-goevernementele organisaties ten uitvoer worden gelegd.

De Commissie, die niet van haar beleid inzake niet-erkenning van Noord-Korea afstapt, bereidt zich op deze wijze voor om, als aanvulling op de middelen die de Gemeenschap reeds ter beschikking heeft gesteld, actief te kunnen reageren op de recente alarmerende ontwikkelingen.