SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1992/97 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Agressie van Franse landbouwers tegen Spaanse producten
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1992/97 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Agressie van Franse landbouwers tegen Spaanse producten
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1992/97 van José García-Margallo y Marfil (PPE) aan de Commissie (30 mei 1997)
Betreft: Agressie van Franse landbouwers tegen Spaanse producten
Ondanks de vermaningen van de Commissie komt het nog altijd voor dat Franse landbouwers landbouwproducten uit Spanje vernietigen, zonder dat de Franse autoriteiten de nodige maatregelen treffen om dit te voorkomen.
Op 24 mei 1997 was Brignoles (Marseille) het toneel van deze vorm van agressie en vandalisme. Circa 400 landbouwers vernielden een magazijn waar fruit en groenten uit Spanje waren opgeslagen. Ze maakten de koelkamers leeg en vernietigden appels, paprika's, tomaten en andere soorten fruit en groenten die bestemd waren voor afzet op de Franse markt.
Dezelfde dag drong de heer Philippe Vasseur, Frans minister van Landbouw, er bij het Franse directoraat-generaal Mededinging op aan de controles op de kwaliteit van de producten die op de Franse markt te koop worden aangeboden te verscherpen. Dit verzoek gold in het bijzonder voor tomaten, die vooral uit Spanje worden geïmporteerd.
Welke krachtdadige aanpak overweegt de Commissie om de Franse regering ertoe te verplichten op te houden met dit beleid waardoor de concurrentie in Europa wordt vervalst en deze vorm van vandalisme, die bovendien een regelrechte aantasting van de meest elementaire rechten van de burger is, een halt toe te roepen?
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (27 juni 1997)
Sinds 24 april 1997 hebben Franse landbouwers zich schuldig gemaakt aan ontoelaatbare chantagepraktijken tegen vrachtwagens die groenten en fruit uit andere lidstaten, voornamelijk uit Spanje, vervoerden.
De Commissie veroordeelt dit optreden met klem en betreurt dat het zich herhaalde malen heeft voorgedaan. Zij heeft de Franse autoriteiten verzocht dringend adequate en doeltreffende maatregelen te nemen om de orde te handhaven en het vrije verkeer van goederen te garanderen door terzake duidelijke en dwingende instructies te geven.
De Commissie brengt in herinnering dat zij van oordeel is dat de nationale overheid krachtens het Gemeenschapsrecht en inzonderheid artikel 30 van het EG-Verdrag, dat integraal deel uitmaakt van de gemeenschappelijke marktordeningen, in samenhang met artikel 5 van datzelfde verdrag, in het kader van de uitoefening van haar bevoegdheid inzake de openbare veiligheid, de maatregelen moet nemen die nodig zijn om handelingen van particulieren die een ernstige aantasting vormen van het door het EG-Verdrag gewaarborgde recht op vrij verkeer van goederen, te voorkomen en aan banden te leggen. Het niet-nakomen van deze verplichting moet worden beschouwd als een verzuim van de plicht die de lidstaten op grond van vorengenoemde bepalingen moeten vervullen.
Daar de Commissie van oordeel was dat de eerder door de Franse autoriteiten vastgestelde preventieve en repressieve maatregelen om de openbare orde te handhaven geen voldoende afschrikkend effect hebben, heeft zij als hoedster van het Verdrag een inbreukprocedure ingeleid, in het kader waarvan deze zaak nu aanhangig is gemaakt bij het Hof van Justitie (zaak C-265/95). De terechtzitting heeft plaatsgehad op 10 juni 1997.
Nu de Commissie gebruik heeft gemaakt van het instrument dat haar door het Verdrag ter beschikking is gesteld om het Gemeenschapsrecht te doen naleven, moet worden gewacht op het arrest van het Hof van Justitie, dat vermoedelijk tegen het einde van het jaar zal worden gewezen.
De Commissie wijst er voorts op dat in het kader van de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit voorzieningen zijn getroffen om de oprichting te bevorderen van telersverenigingen die in verschillende lidstaten werkzaam zijn.