Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2126/97 van Hiltrud BREYER aan dee Raad. "Novel-Food"-verordening (EG) nr. 258/97 - Wezenlijke gelijkwaardigheid in afgeleide rassen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2126/97 van Hiltrud BREYER aan dee Raad. "Novel-Food"-verordening (EG) nr. 258/97 - Wezenlijke gelijkwaardigheid in afgeleide rassen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2126/97 van Hiltrud Breyer (V) aan de Raad (24 juni 1997)

Betreft: "Novel-Food¨-verordening (EG) nr. 258/97 - Wezenlijke gelijkwaardigheid in afgeleide rassen

1. Hoe moet worden gegarandeerd dat de 'wezenlijke gelijkwaardigheid' blijft bestaan in alle planten die voortkomen uit een onderzochte en toegelaten lijn, en dat dit ook kan worden gecontroleerd?

2. Hoe dienen afgeleide rassen te worden behandeld?

Gecombineerd Antwoord op schriftelijke vragen E-2126/97, E-2128/97 en E-2130/97 (20 oktober 1997)

Artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 258/97 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten voorziet in een afwijking van de in die verordening voorgeschreven vergunningsprocedure voor voedingsmiddelen of voedselingrediënten die volgens de beschikbare en algemene erkende wetenschappelijke gegevens of volgens een advies van een van de bevoegde instanties qua samenstelling, voedingswaarde, enz. wezenlijk gelijkwaardig zijn aan bestaande voedingsmiddelen of voedselingrediënten.

In voorkomend geval kan volgens de procedure van artikel 13 van de verordening worden vastgesteld of een bepaalde soort voedingsmiddel of voedselingrediënt onder deze afwijking valt. De regels voor de kennisgeving aangaande deze producten zijn vastgelegd in artikel 5 van de verordening.