Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2700/97 van Elly PLOOIJ-VAN GORSEL aan de Commissie. Heffing van CRDS aan in Frankrijk wonende gepensioneerde Nederlanders

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2700/97 van Elly PLOOIJ-VAN GORSEL aan de Commissie. Heffing van CRDS aan in Frankrijk wonende gepensioneerde Nederlanders

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2700/97 van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) aan de Commissie (1 september 1997)

Betreft: Heffing van CRDS aan in Frankrijk wonende gepensioneerde Nederlanders

Op 16 oktober 1996 heeft de Commissie besloten een procedure tot ingebrekestelling van Frankrijk te openen vanwege het opleggen door Frankrijk van de premie "Contribution au Remboursement de la Dette Sociale (CRDS)¨ aan in Frankrijk woonachtige gepensioneerde Nederlanders die over hun pensioen sociale premies in Nederland afdragen.

1. Is de premie CRDS te beschouwen als een belasting op inkomen die volgens een Frans-Nederlandse overeenkomst in Frankrijk betaald dient te worden of is het CRDS te beschouwen als een socialezekerheidspremie die in principe voor Nederlandse onderdanen alleen in Nederland over pensioeninkomsten geheven wordt?

2. Kan de Commissie mij informeren in welk stadium de ingebrekestelling zich bevindt en welke actie de Commissie onderneemt om Frankrijk te verplichten zich aan de Europese wetgeving te houden?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (19 september 1997)

De Commissie kan de geachte afgevaardigde mededelen dat zij van mening is dat uit het oogpunt van het Gemeenschapsrecht en met name van Verordening (EEG) 1408/71 ((PB 149 van 5.7.1971. )) de "contribution au remboursement de la dette sociale¨ (CRDS) beschouwd moet worden als een sociale bijdrage en dat deze verordening op deze bijdrage van toepassing is. Bijgevolg mag de CRDS volgens de Commissie niet worden geheven op inkomsten uit arbeid of vervangende inkomsten van in Frankrijk woonachtige werknemers, maar is zij volgens de bepalingen van Verordening (EEG) 1408/71 onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van een andere lidstaat.

In het kader van de procedure tot ingebrekestelling die zij in deze aangelegenheid tegen Frankrijk heeft ingeleid, heeft de Commissie in juli 1997 het met redenen omkleed advies als bedoeld in artikel 169 van het EG-verdrag uitgebracht, omdat het antwoord van de Franse regering op de schriftelijke aanmaning van 6 december 1996 niet bevredigend was.

Het is aan de Commissie om op basis van het antwoord van de Franse regering op het met redenen omkleed advies te beoordelen of deze zaak aan het Hof van Justitie moet worden voorgelegd.