Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2840/97 van Patricia McKENNA aan de Commissie. EU-publicaties over het ontwerpverdrag van Amsterdam

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2840/97 van Patricia McKENNA aan de Commissie. EU-publicaties over het ontwerpverdrag van Amsterdam

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2840/97 van Patricia McKenna (V) aan de Commissie (1 september 1997)

Betreft: EU-publicaties over het ontwerpverdrag van Amsterdam

In het kader van het voorlichtingsprogramma PRINCE heeft de Europese Commissie een brochure gepubliceerd met de titel Een nieuw verdrag voor Europa: gids voor de burger. De brochure kan ook worden geraadpleegd op de website van de Commissie.

Het programma wordt gefinancierd met de middelen welke zijn voorzien op begrotingslijn B3-306 van de communautaire begroting 1997. In de toelichting bij deze begrotingslijn staat te lezen dat de voorlichtingsacties betreffende de ratificatie van het Verdrag niet als propaganda moeten worden gezien maar als een efficiënt instrument voor communicatie tussen de burgers van de EU en de communautaire instellingen en dat in deze acties rekening moet worden gehouden met de specifieke nationale en regionale kenmerken.

Ook al mag geen propaganda worden gemaakt, toch zou het inleidend woord van Commissievoorzitter Santer in de brochure door velen kunnen worden geïnterpreteerd als een enthousiast pleidooi voor het Verdrag, dat nog moet worden ondertekend door de EU-leiders.

De Deense en Ierse regering hebben allebei verklaard dat ze een referendum over het Verdrag van Amsterdam zullen organiseren, zodra de definitieve tekst tot stand is gekomen en ondertekend door de EU-staatshoofden.

In Denemarken eist de regering dat in alle door de overheid gefinancierde informatie over referendumvoorstellen de argumenten voor en tegen het voorstel naar voren worden gebracht, en dat beide evenveel aandacht krijgen. Het Ierse Hooggerechtshof oordeelde in 1995 dat door de overheid gefinancierde partijdige referendumcampagnes strijdig zijn met de bepalingen inzake gelijkheid, eerlijke procedures in referenda en de vrijheid van meningsuiting in de Bunreacht na hEireann, de Ierse grondwet.

Hoeveel exemplaren van hoger genoemde brochure zijn gepubliceerd? In welke talen is zij verschenen? Kan de Commissie een gedetailleerd overzicht geven van de distributiecijfers per lidstaat? Hoeveel exemplaren wil zij in de toekomst nog verspreiden?

Heeft de Commissie juridisch advies ingewonnen over de vraag of publicaties zoals de Gids voor de burger al dan niet een inmenging vormen in het referendumproces in Ierland en Denemarken en in de andere lidstaten die eventueel een referendum organiseren over het Verdrag? Heeft zij in het geval van Ierland advies ingewonnen over de vraag of het uitgeven van publicaties over het Verdrag vóór een referendum al dan niet strijdig is met de uitspraak van het Hooggerechtshof van 1995 in de zaak McKenna, en zo ja, welk advies heeft zij gekregen?

Antwoord van de heer Oreja namens de Commissie (6 oktober 1997)

De Commissie publiceert informatie voor een breed publiek over alle belangrijke communautaire aangelegenheden, beleidsdomeinen en maatregelen. De brochure "Een nieuw verdrag voor Europa - Een gids voor de burger¨ waarin het ontwerpverdrag van Amsterdam wordt beschreven, is slechts een van deze voorbeelden van dit voorlichtingsbeleid. Het doel van deze gids is de burgers een eenvoudig overzicht te geven van de feitelijke inhoud en de doelstellingen van het Verdrag van Amsterdam.

De publicatie van deze brochure maakt integraal deel uit van de bijzondere inspanning die is geleverd om de Europese burgers zo snel mogelijk en op duidelijke en toegankelijke wijze in te lichten over de resultaten van de intergouvernementele conferentie en het Verdrag van Amsterdam. Dit geschiedt in het kader van de doelstellingen van het PRINCE-programma, inzonderheid de campagne die bekend is als "Samen bouwen aan Europa¨.

Over de oplagen van dergelijke publicaties wordt beslist in overleg met de vertegenwoordigingen van de Commissie, de bureaus van het Parlement en andere voorlichtingsdiensten van de Gemeenschap in de lidstaten. Van de vermelde brochure werden 534 000 exemplaren gedrukt, verdeeld over de elf officiële talen. De verspreiding per lidstaat was als volgt:

>TABLE>

50 000 exemplaren zijn gereserveerd voor bezoekers van de Commissie en het Parlement in Brussel, Luxemburg en Straatsburg en nog eens 20 000 voor de delegaties van de Commissie in derde landen. De overige exemplaren zijn toegezonden aan burgers die daarom rechtstreeks verzocht hebben per telefoon, post of Internet. Wat de verspreiding in de toekomst betreft: de eerste uitgave is nagenoeg uitgeput en aanvragen voor in totaal ongeveer 902 000 exemplaren van een tweede editie zijn reeds ontvangen van de hierboven vermelde vertegenwoordigingen en bureaus.

Zoals het geachte parlementslid zelf opmerkt is het Verdrag van Amsterdam nog niet ondertekend en hebben bovendien de lidstaten die een referendum kunnen organiseren dit nog niet gedaan, noch hebben zij de procedure hiervoor met de bijbehorende campagnes gestart. In deze omstandigheden en ongeacht de vraag of nationale bepalingen betreffende overheidsuitgaven voor referendumcampagnes van toepassing zijn op de Commissie en of de publicatie van de Commissie kan worden beschouwd als een onderdeel van een campagne, was een onderzoek van de publicatie van de Commissie in het licht van deze beperkingen niet aan de orde.

De uitspraak van het Ierse Hooggerechtshof van 17 november 1995 in de zaak McKenna had betrekking op handelingen van de Ierse regering. Daar de Ierse regering hierin niet is betrokken en de publicatie redelijkerwijze niet kan worden opgevat als steun aan een campagne was er geen reden om de publicatie te toetsen aan de McKenna-uitspraak.