Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2911/97 van Johanna MAIJ-WEGGEN aan de Commissie. Kinderen met aids in Afrika

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2911/97 van Johanna MAIJ-WEGGEN aan de Commissie. Kinderen met aids in Afrika

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2911/97 van Johanna Maij-Weggen (PPE) aan de Commissie (17 september 1997)

Betreft: Kinderen met aids in Afrika

Volgens Unicef zouden in de 15 Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara nu al 1.000 kinderen per dag aan aids sterven terwijl er alleen al in 1996 400.000 kinderen met het HIV-virus zouden zijn besmet.

Unicef schat dat na het jaar 2000 de gemiddelde ouderdomsverwachting in de betrokken landen mede hierdoor met 11 jaar zal dalen.

Kan de Commissie meedelen wat zij doet om, samen met de betrokken Afrikaanse landen HIV-besmettingen te voorkomen?

Hoeveel geld geeft de Europese Unie uit voor de steun aan aids-preventie in de betreffende landen van Afrika?

Antwoord van de heer Pinheiro namens de Commissie (15 oktober 1997)

De internationale gemeenschap is in 1986 beginnen reageren op de bedreiging van de HIV/AIDS-epidemie. In het kader van deze gezamenlijke internationale actie heeft de Gemeenschap medio 1987 haar eigen programma gelanceerd, oorspronkelijk als onderdeel van haar samenwerking met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), en later met alle ontwikkelingslanden door de instelling van een nieuwe begrotingslijn in 1988 (B7-6211). Van 1987 tot medio 1997 heeft de Gemeenschap ongeveer 170 miljoen ecu toegekend voor het steunen van HIV/AIDS-activiteiten in de ontwikkelingslanden. Een groot deel van deze middelen wordt gebruikt ter voorkoming van de overdracht van het virus op het Afrikaans continent, waar de ziekte sterk verspreid is.

De Gemeenschap heeft specifieke activiteiten met betrekking tot het HIV onder kinderen opgezet en gesteund door middel van adviesverlening, onderwijs en voorlichting onder jonge vrouwen om de perinatale overdracht van het virus van moeder op kind te beperken. In het programma wordt ook bijzondere aandacht besteed aan het steunen van initiatieven met betrekking tot het onderricht op school en de mobilisering van de jeugd om besmetting van jongeren met het HIV-virus te voorkomen. Daarnaast is ook steun verleend voor het ontwikkelen van strategieën voor het verzorgen van zuigelingen en kinderen met HIV. Algemene informatie over de programma-activiteiten wordt permanent verspreid en besproken in verschillende institutionele fora.

Op 7 januari 1994 heeft de Commissie een mededeling gericht aan de Raad en het Parlement over de beleidsbeginselen en strategische prioriteiten voor HIV/AIDS-activiteiten van de Gemeenschap en de lidstaten in de ontwikkelingslanden ((COM (93) 479. )). Deze beginselen en prioriteiten zijn in een resolutie van 6 mei 1994 (nr. 6449/94) goedgekeurd.

In maart 1997 is aan de Commissie Ontwikkeling van het Parlement een door de Commissie opgesteld activiteitenverslag over de uitvoering van het HIV/AIDS-programma van de Gemeenschap voorgelegd (uitvoering van het HIV/AIDS-programma van de Gemeenschap in de ontwikkelingslanden).