SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3063/97 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Emissies van organische verbindingen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3063/97 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Emissies van organische verbindingen
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3063/97 van Amedeo Amadeo (NI) aan de Commissie (2 oktober 1997)
Betreft: Emissies van organische verbindingen
Referentie: "Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot beperking van de emissies van organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde industriële processen en installaties¨ (COM(96)0538 def. - 96/0276 SYN) ((PB C 99 van 26.3.1997, blz. 32. )).
Op het niveau van de Europese Unie zijn er reeds enkele maatregelen genomen ter vermindering van de emissies van organische verbindingen, zoals het programma Auto-Oil, en andere wetgevingsinitiatieven met betrekking tot de emissies ten gevolge van het verkeer en de benzinedistributie. Een vermindering van de emissies afkomstig van stationaire bronnen van emissie van oplosmiddelen is daarom noodzakelijk, hoewel het met het oog op het grote aantal van deze vervuilingsbronnen noodzakelijk is specifieke voorwaarden vast te stellen voor de drie voornaamste ondersectoren die op dit gebied bestaan.
Zal de Commissie een methodologie vaststellen die voorziet in een gelijke vermindering voor elke sector - gezien het grote aantal industriesectoren en bedrijven dat hierdoor wordt getroffen - en vanuit een oogpunt van kosten/baten-verhouding evenwichtige verminderingsdoelstellingen voor elk van deze sectoren vaststellen?
Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie (5 november 1997)
Bij de opstelling van haar voorstel voor een richtlijn inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen (VOS) ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde industriële werkzaamheden heeft de Commissie de grootste zorg besteed aan de definiëring van de eisen op het gebied van de emissie van VOS voor de verschillende industriële sectoren die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen. Dankzij diverse sectoriële analyses kon worden vastgesteld in welke mate de VOS-emissies in elk van deze sectoren kunnen worden verminderd op basis van de beste beschikbare technieken. Bij de vaststelling van de emissiegrenswaarden en de drempelwaarden voor het verbruik van oplosmiddelen voor het bepalen van de installaties die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen, is ten zeerste rekening gehouden met deze technisch-economische overwegingen.
De Commissie heeft er met name voor geijverd een zekere coherentie tussen de verschillende sectoren te garanderen wat de gemiddelde kosten per ton VOS en de marginale kosten betreft.
Daartegenover heeft de Commissie wat kosten en baten betreft geen uniforme methode voor elke betrokken sector ontwikkeld. Gelet op het hoge aantal en de diversiteit van de betrokken industriële sectoren en ondernemingen, zou het immers uiterst moeilijk zijn een dergelijke opdracht tot een goed einde te brengen. Bovendien had een volledige harmonisatie van de reductiekosten in alle sectoren het midden- en kleinbedrijf kunnen benadelen.