Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3273/97 van Gianni TAMINO aan de Commissie. Projecten voor de uitroeiing van de grijze eekhoorns

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3273/97 van Gianni TAMINO aan de Commissie. Projecten voor de uitroeiing van de grijze eekhoorns

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3273/97 van Gianni Tamino (V) aan de Commissie (20 oktober 1997)

Betreft: Projecten voor de uitroeiing van de grijze eekhoorns

Volgens het Italiaanse dagblad "L'Unitਠvan 27 juli 1997 "hebben Groot-Brittannië en België aan de Europese Unie een programma voorgelegd tot uitroeiing van de grijze eekhoorns¨, aangezien zij verontrust zijn over het feit dat deze eekhoorns steeds grotere gebieden veroveren en daardoor de rode eekhoorns verdringen. In Italië is een project van de universiteit van Turijn, dat was goedgekeurd door het Nationale Instituut voor in het wild levende dieren, door de rechtbank geblokkeerd wegens schending van de nationale jachtvoorschriften.

Heeft de Commissie deze of soortgelijke projecten voor het elimineren van de grijze eekhoorns gefinancierd?

Acht de Commissie het niet wenselijk dit milieuprobleem, dat ontstaan is door het onopzettelijk binnendringen van deze dieren, eerst door onafhankelijke deskundigen te laten onderzoeken en vervolgens alleen programma's te financieren die niet op het uitroeien van de grijze eekhoorns zijn gericht, maar alleen op de verplaatsing ervan naar andere gebieden of op de beperking van hun voortplantingsmogelijkheden?

Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie (6 november 1997)

De grijze eekhoorns (Sciurus carolinensis) zijn exoten die in Europa werden geïntroduceerd. Zij zijn endemisch in de Noord-Amerikaanse loofbossen. Omstreeks de jaren 1890 kregen wilde populaties vaste voet in het Verenigd Koninkrijk. In 1913 werd de soort in Ierland geïntroduceerd en vrij recent ook in Italië.

De soort komt niet voor in de bijlagen van Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna ((PB L 206 van 22.7.1992 )). De bescherming ervan ressorteert dan ook niet onder de bevoegdheden van de Commissie.

Voorzover bekend zijn er geen bewijzen voor schadelijke wisselwerkingen tussen de grijze eekhoorns en soorten of habitats van communautair belang. Het ongunstige effect van de soort op de in Europa endemische eekhoorn (Sciurus vulgaris) is welbekend en goed gedocumenteerd.

Een van de voornaamste redenen van de bezorgdheid over de continentale populatie van de grijze eekhoorn (in Italië en op alle andere plaatsen waar deze soort in het wild werd geïntroduceerd) is de kans dat de soort zich gaat verspreiden en daardoor een ernstige bedreiging gaat vormen voor andere in het wild voorkomende endemische soorten. Dit is de voornaamste drijfveer voor de maatregelen die ten uitvoer zijn gelegd om deze exotische soort te reguleren. Voorzover bekend zijn er geen door de Gemeenschap gefinancierde projecten of programma's in het kader waarvan dergelijke maatregelen rechtstreeks zijn gesteund.

In nationaal verband worden momenteel alternatieve reguleringsmethoden, zoals immunocontraceptie, bestudeerd.

Tot slot zij opgemerkt, dat het beheer van de grijze-eekhoornpopulaties onder de bevoegdheden van de instanties in de lidstaten lijkt te vallen.