SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3358/97 van Caroline JACKSON aan dee Raad. Verdrag van Amsterdam: Verklaring over de kwaliteit van de redactie van de EU- wetgeving
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3358/97 van Caroline JACKSON aan dee Raad. Verdrag van Amsterdam: Verklaring over de kwaliteit van de redactie van de EU- wetgeving
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3358/97 van Caroline Jackson (PPE) aan de Raad (23 oktober 1997)
Betreft: Verdrag van Amsterdam: Verklaring over de kwaliteit van de redactie van de EU- wetgeving
1. Wat denkt de Commissie te doen om richtsnoeren vast te stellen voor de kwaliteit van de redactie van de communautaire wetgeving, zoals haar door de Europese Raad van Amsterdam was verzocht?
2. Welke organisatorische maatregelen denkt de Commissie te nemen om ervoor te zorgen dat deze richtsnoeren worden toegepast?
3. Is zij van plan hierbij de volgende prioriteiten in acht te nemen: herziening van de beroepsopleiding van het personeel en de toekenning van specifieke taken aan personeelsleden in elke afdeling, die tot taak hebben erop toe te zien dat de teksten in duidelijke bewoordingen worden opgesteld?
4. Wanneer denkt het secretariaat van de Raad zijn initiatieven betreffende de kwaliteit van de redactie van de communautaire wetgeving te hebben voltooid en is het van plan de Raad en het Europees Parlement een verslag voor te leggen over het resultaat ervan?
Antwoord (15 januari 1998)
De Raad vestigt de aandacht van het geachte parlementslid op het feit dat de verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving gehecht aan de slotakte van het op 2 oktober 1997 ondertekende Verdrag van Amsterdam niet alleen de Raad betreft. In deze verklaring worden de drie instellingen die bij de procedure voor het aannemen van communautaire wetgeving betrokken zijn, ertoe opgeroepen om "in onderlinge overeenstemming richtsnoeren vast (te) stellen ter verbetering van de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving en van deze richtsnoeren uit (te) gaan bij de behandeling van voorstellen voor communautaire wetgeving of ontwerp-wetgeving¨.
Zodra deze gemeenschappelijke richtsnoeren zijn vastgesteld, dienen de drie betrokken instellingen "de interne organisatorische maatregelen te treffen die zij nodig achten voor de correcte toepassing van die richtsnoeren¨.
Het is nu nog te vroeg om aanwijzingen over de inhoud van deze richtsnoeren te verstrekken omdat de werkzaamheden dienaangaande uiteraard nog niet zijn begonnen.
De Raad wil erop wijzen dat hij altijd groot belang heeft gehecht aan de redactionele kwaliteit van de wetgeving. Na de Europese Raad van Edinburgh, die in december 1992 reeds had bepleit richtsnoeren aan te nemen met criteria waaraan de redactionele kwaliteit van de wetgeving kan worden getoetst ((Bulletin EG 12-1992, blz. 20, punt I.28. )), heeft de Raad met name in juni 1993 een resolutie betreffende de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving aangenomen. ((PB C 166 van 17.06.1993, blz.1. ))
De tien punten van deze resolutie betreffen: duidelijke formulering, eenvoudige en beknopte bepalingen; interne samenhang van het besluit; samenhang met andere besluiten; opbouw; duidelijke vaststelling van de rechten en verplichtingen; duidelijkheid omtrent de datum van inwerkingtreding en de overgangsbepalingen; verplichte preambule ter motivering van het dispositief van het besluit; te vermijden formules (zoals teveel kruisverwijzingen of verwijzingen naar andere besluiten, bepalingen zonder normatief karakter of autonome bepalingen in een wijzigingsbesluit).