Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3519/97 van Carlos ROBLES PIQUER aan dee Raad. De betrekkingen met Cuba

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3519/97 van Carlos ROBLES PIQUER aan dee Raad. De betrekkingen met Cuba

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3519/97 van Carlos Robles Piquer (PPE) aan de Raad (14 november 1997)

Betreft: De betrekkingen met Cuba

In de pers zijn berichten verschenen dat de Cubaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Allende, aan een hoge Luxemburgse ambtenaar het antwoord heeft doen toekomen van haar regering op het gemeenschappelijk standpunt dat de Vijftien in december j.l. hebben goedgekeurd.

Kan de Raad dit bericht bevestigen dan wel ontkennen en, zo ja, kan dit antwoord van de Cubaanse regering en het commentaar van de Raad hierop bekend worden gemaakt?

Antwoord (16 februari 1998)

Op 30 september 1997 heeft de heer Wohlfart, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Samenwerking, in Luxemburg een onderhoud gehad met mevrouw Allende, onderminister van Buitenlandse Zaken van Cuba, die hem het antwoord overhandigde van de heer Robaina, minister van Buitenlandse Zaken van Cuba, op de brief van de heer Poos, fungerend voorzitter van de Raad, d.d. 30.08.97.

De brief van de heer Robaina bevat de volgende belangrijke elementen in verband met de betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba:

- de koppeling van de samenwerking met Cuba aan verbeteringen op het gebied van de mensenrechten of aan democratische hervormingen is totaal ongerechtvaardigd en strookt niet met het aanhalen van de bilaterale banden tussen Cuba en de meeste lidstaten van de Europese Unie, noch met de uitstekende wijze waarop momenteel via de Europese niet-gouvernementele organisaties wordt samengewerkt;

- de Europese druk om Cubaanse dissidenten vrij te laten wordt beschouwd als een inmenging in de binnenlandse politiek van Cuba;

- er kunnen aanknopingspunten worden gevonden om de dialoog te hervatten, met dien verstande dat bij de keuze van de gespreksonderwerpen niet alleen rekening moet worden gehouden met de interesses van de Europese Unie, maar tevens met de belangen van Cuba;

- de Cubaanse regering heeft herhaaldelijk verklaard bereid te zijn tot een volwaardige dialoog met de Europese Unie, op alle niveaus en in alle fora; een dergelijke dialoog moet steunen op wederzijds respect en het beginsel dat men zich niet mengt in interne aangelegenheden;

- Cuba hoopt dat beide partijen erin zullen slagen een opbouwende en op respect gebaseerde dialoog tot stand te brengen en nieuwe, succesrijkere contacten te leggen.

De Europese Unie heeft naar aanleiding van de recentste contacten met de Cubaanse regering de mogelijkheid onderzocht om stap voor stap tot een dialoog met Cuba te komen. In een eerste fase zouden gesprekken op technisch niveau plaatsvinden. Naar gelang van de reacties van de Cubaanse gesprekspartner zou vervolgens kunnen worden samengewerkt op het gebied van de mensenrechten.

Hierbij zij aangestipt dat deze benadering uitgaat van de premisse dat de Unie er niet van zal afzien de middelen in te zetten waarover zij beschikt ingeval de mensenrechtensituatie in Cuba niet verbetert. De Unie zal zich met name het recht voorbehouden in het openbaar op specifieke schendingen van de mensenrechten te reageren, ook in de aangewezen internationale instanties.

Voorts zal de Europese Unie bij de regering in Havana blijven aandringen op de vrijlating van de dissidenten die momenteel in de gevangenis zitten.