Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3638/97 van Christof TANNERT aan de Commissie. Erkenning in de gehele EU van de opleiding in sociaal- pedagogische en sociale- zorgberoepen in de deelstaat Berlijn

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3638/97 van Christof TANNERT aan de Commissie. Erkenning in de gehele EU van de opleiding in sociaal- pedagogische en sociale- zorgberoepen in de deelstaat Berlijn

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3638/97 van Christof Tannert (PSE) aan de Commissie (13 november 1997)

Betreft: Erkenning in de gehele EU van de opleiding in sociaal-pedagogische en sociale- zorgberoepen in de deelstaat Berlijn

De senaat van Berlijn beoogt met een wet te komen over de overheidserkenning van sociaal-pedagogische en sociale-zorgberoepen in Berlijn (Sozialberufe-Anerkennungsgesetz-SozBAG). Dit houdt in dat bij de opleiding (tot nu toe een studie van drie jaar en een stageperiode) van sociaal werkers en sociaal-pedagogen tijdens een overgangstijd tot uiterlijk 31.12.2006 de huidige duur van de stageperiode van thans twaalf maanden met een half jaar tot zes maanden wordt verkort.

Kan de Commissie mededelen of er nog sprake is van een erkenning van de opleiding in sociaal-pedagogische en sociale-zorgberoepen in de gehele EU op grond van de voorgeschreven verkorte opleidingstijd (in plaats van twaalf nog maar zes maanden stage) in de deelstaat Berlijn?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (6 januari 1998)

De vraag van de geachte afgevaardigde betreft een soortgelijke situatie als in schriftelijke vraag E-1936/97 ((PB C 21 van 22.1.1998, blz. 122. )) al aan de orde is gesteld. De erkenning van diploma's voor de uitoefening van het beroep van sociaal-pedagoog of sociaal werker in lidstaten waar deze beroepen zijn gereglementeerd, valt onder de communautaire richtlijnen waarmee een algemeen stelsel van erkenning van diploma's is ingevoerd. Afhankelijk van het niveau van de diploma's waarmee de opleidingen worden afgesloten, geldt Richtlijn 89/48/EEG betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten ((PB L 19 van 24.1.1989. )), of Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG ((PB L 209 van 24.7.1992. )).

Iedere lidstaat kan zelf het niveau bepalen van de beroepskwalificaties die nodig zijn om op zijn grondgebied het beroep van sociaal-pedagoog of sociaal werker uit te oefenen. Door deze richtlijnen zijn immers niet de opleidingen geharmoniseerd, maar is enkel een erkenningsstelsel ingesteld waardoor een diploma dat in de ene lidstaat toegang geeft tot een bepaald beroep, moet worden erkend om, ondanks de verschillende onderwijsstelsels, datzelfde beroep ook in een andere lidstaat te kunnen uitoefenen. Dit diploma komt in aanmerking voor de erkenningsmechanismen die zijn vastgesteld in Richtlijn 92/51/EEG. Ingevolge deze richtlijn mogen de autoriteiten van de ontvangende lidstaat in het geval van wezenlijke verschillen - inzake duur of inhoud - tussen de door de migrant gevolgde opleiding en de in de ontvangende lidstaat vereiste opleiding een compenserende maatregel opleggen (een aanpassingsstage of een proeve van bekwaamheid). Bijgevolg is het, gezien de duur van de nieuwe opleiding in Duitsland en de in de ontvangende lidstaat vereiste duur, mogelijk dat in bepaalde gevallen de toepassing van een van deze compenserende maatregelen gerechtvaardigd is.