Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3880/97 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Groenboek over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de ACS-landen

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3880/97 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Groenboek over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de ACS-landen

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3880/97 van Amedeo Amadeo (NI) aan de Commissie (5 december 1997)

Betreft: Groenboek over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de ACS-landen

De Commissie heeft een Groenboek over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de ACS-landen bij het aanbreken van de 21ste eeuw - Uitdagingen en keuzen voor een nieuwe vorm van partnerschap (COM(96)0570 def.) gepubliceerd.

De commerciële en financiële betrekkingen tussen de EU en de 70 ACS-landen gaan geleidelijk een nieuwe fase in. Er is nu behoefte aan een diepgaande bezinning - de huidige overeenkomst verstrijkt namelijk in februari 2000 - over de richtsnoeren voor die betrekkingen in de toekomst, omdat deze in de eerste plaats toegesneden moeten zijn op de nieuwe mundiale context en daarnaast ook op de grotere politieke en economische verantwoordelijkheden van de Europese Unie op internationaal vlak.

Is de Commissie bereid het begrip "gedifferentieerde wederkerigheid¨ zodanig aan te passen dat de ACS-landen geleidelijk steeds meer kunnen deelnemen aan het internationale handelsverkeer en dat aan de handel tussen de Europese Unie en de ACS-landen een nieuwe impuls kan worden gegeven?

Gecombineerd Antwoord van de heer Pinheiro namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-3879/97, E-3880/97, E-3881/97 en E-3882/97 (28 januari 1998)

Op de vraag van de geachte Afgevaardigde kan bevestigend worden geantwoord. De Commissie zal een gedifferentieerde aanpak volgen: de samenwerkingsmodaliteiten en -prioriteiten zullen worden aangepast aan het ontwikkelingspeil van de partner, zijn behoeften en zijn ontwikkelingsstrategie op lange termijn. In dit verband zal bijzondere aandacht worden besteed aan de minst ontwikkelde en ingesloten landen.

Ervan uitgaand dat een diepgaande bezinning over de toekomst van de betrekkingen tussen de Gemeenschap en de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) nodig was en dat de nakende vervaldatum van de Overeenkomst van Lomé daartoe de gelegenheid bood, heeft de Commissie vorig jaar een "Groenboek over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de ACS-landen bij het aanbreken van de 21e eeuw - Uitdagingen en keuzen voor een nieuwe vorm van partnerschap¨ ((COM(96)570. )) gepubliceerd. Aan de hand van dit document, waarin de belangrijkste problemen en opties voor de toekomst zijn vastgesteld, heeft de Commissie een ruim openbaar debat opgezet dat aanleiding heeft gegeven tot een groot aantal bijdragen en evenementen: studiebijeenkomsten en overlegfora georganiseerd op initiatief van de Commissie, spontane initiatieven van niet-gouvernementele organisaties (NGO), verenigingen, vertegenwoordigers van de particuliere sector, vakbondsorganisaties, debat in het Parlement en het Economisch en Sociaal Comité.

Na afloop van dit overleg en rekening houdend met de voorstellen en standpunten die tijdens de debatten zijn geformuleerd, heeft de Commissie een oriënterend beleidsdocument ((COM(97)537. )) ingediend dat als uitgangspunt moet dienen voor de opstelling van onderhandelingsrichtsnoeren.

Wat de geografische werkingssfeer van een toekomstige overeenkomst betreft, stelt de Commissie voor de algemene werkingssfeer van de overeenkomst te behouden met invoering van het differentiatie-beginsel. De Commissie is namelijk van mening dat de wil tot solidariteit die de partners van de ACS-groep bij de besprekingen hebben getoond en die op de top van staatshoofden van de groep van ACS-Staten in Libreville is bevestigd, moet worden gerespecteerd. Daarnaast lijkt het wenselijk om het differentiatie-beginsel in te voeren dat is gebaseerd op de specifieke regionale kenmerken en vooruitzichten voor regionale integratie van de partners en op het ontwikkelingspeil van elke partner.

Wat de economische en commerciële betrekkingen betreft, worden met de door de Commissie voorgestelde aanpak drie doelstellingen nagestreefd: de ACS-Staten helpen bij hun geleidelijke integratie in de wereldeconomie, zowel wat het handelsverkeer als de particuliere investeringen betreft; versterken van de Europese aanwezigheid in de economieën van de ACS-Staten; de ACS-Staten uitnodigen om met de Gemeenschap samen te werken in de internationale onderhandelingen over handel en economie.

In dit verband lijken twee soorten overwegingen van doorslaggevend belang te zijn: aan de ene kant moet rekening worden gehouden met de politieke wil tot regionale integratie van de ACS-Staten en aan de andere kant moet de aanpak worden afgestemd op de toestand van de minst ontwikkelde landen waarvoor het stelsel van unilaterale preferenties moet worden gehandhaafd en zelfs verbeterd in het kader van de follow-up van het actieplan dat op de vergadering van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Singapore is aangenomen.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken zouden regionale overeenkomsten kunnen worden overwogen hetzij in de vorm van overeenkomsten inzake economisch partnerschap die de geleidelijke instelling van vrijhandelszones beogen, in overeenstemming met de Wereldhandelsorganisatie en het gemeenschappelijk landbouwbeleid, dan wel, bij wijze van overgang, in de vorm van overeenkomsten voor economische samenwerking die de toegang van ACS-Staten tot de Europese markt consolideren en een element van wederkerigheid invoeren voor de Europese export naar de ACS-markten. Deze overeenkomsten zouden bepalingen bevatten die het mogelijk maken de samenwerking op met de handel verband houdende gebieden te ontwikkelen.

Wat de financiële en technische samenwerking betreft, is in het Groenboek vooral de nadruk gelegd op het streven naar effectiviteit, vereenvoudiging en differentiatie. De Commissie heeft deze beginselen overgenomen in haar oriëntatie-document waarin wordt voorgesteld om de praktische uitvoeringsmodaliteiten van de financiële en technische samenwerking grondig te herzien om het systeem effectiever en soepeler te maken, rekening houdend met de zich snel ontwikkelende behoeften. De komende overeenkomst moet ook gemakkelijker toegankelijk zijn voor de gedecentraliseerde actoren. De Commissie stelt met name voor om het aantal instrumenten te beperken en om voor de programmering en derhalve voor de dialoog over het beleid opnieuw een centrale plaats in te ruimen.

Het debat over de doelstellingen en prioriteiten van het samenwerkingsbeleid van de Gemeenschap is voor de Commissie de aanleiding geweest om de samenwerking opnieuw toe te spitsen op de armoedebestrijding, in het kader van een geïntegreerde aanpak waarin zowel de economische groei, de sociale en milieuaspecten als de institutionele aspecten van de ontwikkeling in aanmerking worden genomen. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat er een nauwe band bestaat tussen een versterkte politieke dimensie en de samenwerking. In dit verband kan de voorkoming van gewelddadige conflicten en de noodzaak om de diepere oorzaken daarvan aan te pakken de prioriteiten van de actie beïnvloeden. Deze acties, waarvan de lijst a priori niet volledig kan zijn, moeten betrekking hebben op drie prioritaire thema's: ondersteuning van de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid; de sociale en culturele dimensie en de regionale integratie. Daarnaast zijn nog drie transversale beginselen vastgelegd, namelijk het ontwikkelen van de capaciteiten, met name van de instellingen, het systematisch rekening houden met de gender-problematiek en verminderen van de verschillen tussen mannen en vrouwen alsmede het in stand houden van de natuurlijke hulpbronnen en het milieu.